Uncategorized

Old Ni-Js nummer 4 HTML versie tbv zoekfunctie

Deze pagina bevat een door AI ingelezen versie van Old Ni-js. De opmaak is derhalve niet 100% maar wordt wel door Google en de zoekfunctie van deze website ondersteund. Wilt u een beter versie ga dan naar: https://www.historischekringeibergen.nl/old-ni-js-nu-als-pdf-te-lezen/


INGEKOMEN 3 ö hto i

old ni-js

Kroniek van
Eibergen, Beltrum, Rekken en Zwolle
”Old Ni-js” is het orgaan van de Historische Kring Eibergen.
Lidmaatschap en abonnement kost ƒ 20,- per jaar.
Inwonende leden betalen ƒ 5,- per jaar, maar ontvangen hier-
voor geen extra nummer van “Old Ni-js”.

Secretariaat: “Historische Kring Eibergen”.
Stokkersweg 12,
7151 MK Eibergen.
tel. 05454 – 71593

B E S T U U R H.K.E.

E.H, Wesselink. Hondevoort 22, 7152 BA Eibergen
B.H.M, te Vaarwerk. Stokkersweg 12, 7151 MK Eibergen
J. Baake. K.Nieuwenhuizenstraat 5, 7161 VB Neede
H.G. Schepers. Grotestraat 69, 7151 BB Eibergen
G. Dijkstra. Wenneker 57, 7152 HD Eibergen
G. te Nijenhuis. Rekkenseweg 34, 7157 AE Rekken
H.E. Grobbee. de Haarstraat 2, 7156 LN Beltrum

Administratie: Bank:

Historische Kring Eibergen. Rabo Bank Eibergen
K.Nieuwenhuizenstraat 5, rek. nr. 31.64.48 095
7161 VB Neede. t.n.v. Hist. Kring Eibergen
tel. 05450 – 4001 postgiro v.d. bank 902 703

Redaktie: G. Dijkstra, B.H.M, te Vaarwerk en J. Baake.
Ontwerp- omslag: H.K. Berloth, vignet: G. Hazewinkel.
Foto’s: W.J. Heinen en 0. Baake.
Geheel of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen toe-
gestaan met schriftelijke toestemming van de auteurs.
-1-

old ni-js
Kroniek van Eibergen,
Beltrum, Rekken en Zwolle

Ie jaargang no. 4 1986

INHOUD VAN DIT NUMMER
– Ons zoekplaatje blz. 4

– Veldnamenonderzoek begonnen blz. 5

– Brieven van landverhuizers, deel 3: “The Boevink blz. 7
History”, door E.H. Wesselink

– “Middewinterleed”, door G. Odink jv. bTz. 17

– De molen van Luttikholt te Avest, door mevrouw
M. Verheyen – Klein Gebbinak blz. 19

– Een 19de eeuws kerkelijk werkverschaffings-
fonds, door J. Seekles blz. 26

– Ons zoekplaatje, oplossing Old Ni-js nr.3 blz. 30

– Twee Beltrumse anekdotes, door J. te Vogt blz. 31

– Scheppels Mankzaod, door E.H. Wesselink blz. 32

– De Hof ton Alvinckhove, deel 4: Gerrit Schol te
Olminkhof; zijn handel met zakenlieden,
door J.J.M. Olminkhof blz. 36

– Aanvulling ledenlijst blz. 41
– 2 –

Van de bestuurstafel
WI’J MEUGT NEET KLAGEN.
Met dit vierde nummer is de eerste jaargang van Old Ni’js com-
pleet. Onwillekeurig ziet men na zo’n eerste jaar even om, om
te zien, hoe men het er heeft afgebracht.
Achterhoekers zijn altijd voorzichtig, dus als we zeggen:
“Wi’j meugt neet klagen”, dan is dat voor een Achterhoeker een
positieve uitspraak. We zijn niet ontevreden over wat we dit
eerste jaar aan leesstof en aan verenigingsactiviteiten konden
aanbieden. Uit het enthousiasme, waarmee werd gereageerd op
“Ons Zoekplaatje”, de oude foto’s, die we plaatsten, menen we
te mogen opmaken, dat Old Ni-js contact had met de lezers; ook
andere reacties wezen daar op.
Van elders kregen we complimenten over zowel de uitvoering van
omslag als inhoud van ons orgaan. En dit alles werkte natuur-
lijk bemoedigend.

BESTAANSGRENS 300 LEDEN.
In hoeverre Old Ni’js heeft bijgedragen aan de snelle groei
van het ledental, weten we niet, maar het is wel verblijdend
dat we de bestaansgrens van 300 leden binnen één jaar na de
oprichting van onze Historische Kring haalden. Dit geeft ons
immers de financiële basis, om op aanvaardbaar niveau onze
doelstellingen na te streven.

ACTIVITEITEN IN 1987
We kijken ook even vooruit, In januari 1987 gaat het veldna-
men- en boerderijonderzoek onder auspiciën van de H.K.E. van
start. Gezien het uitstekende, door onze secretaris opgestel-
de werkplan en het enthousiasme van de klaar staande veldwer-
kers, ziet het P.J. Meertensinstituut uit Amsterdam, het lan-
delijk instituut, dat de resultaten van het veldnamenonderzoek
vastlegt, ons onderzoek met vertrouwen tegemoet.
De voorjaarsactiviteiten alsmede de mededelingen die voor u
van belang kunnen zijn, treft u in een losse bijlage in dit
nummer aan. Tenslotte is een volgeboekte cursus Genealogie, te
geven door onze secretaris bij de S.S.K.W.E. in januari 1987
misschien een bewijs, dat de tijd voor een Historische Kring
te Eibergen rijp was, mits de inspiratie van enkele mensen
weerklank vond in de samenleving. “Nee, wi’j meugt neet klagen”

E.H. Wesselinkj voorzitter
– 3 –

Stichtingsvorm voor museum De Scheper

Het museum De Scheper zal worden ondergebracht in een stichtings-
vorm. Eigenaar Herman Schepers gaat het museum voor een periode
van tien jaar verhuren aan de nieuwe Stichting Museum De Scheper,
die onder voorzitterschap zal staan van de heer G. Odink. Secre-
taris-penningmeester is H.J. Muntendam. Namens de Historische
Kring zal voorzitter E.H. Wesselink plaats nemen in het bestuur,
terwijl ook bestuurslid G. Dijkstra door Schepers is aangezocht
om zitting te nemen in het stichtingsbestuur. De Vrijwillige
Brandweervereniging in Eibergen, die zich vijf jaar geleden
erg inspande voor de verbouwing van het pand aan de Burgemees-
ter Smitsstraat, zal vertegenwoordigd worden door J.H. Willemsen
en L. Paalman. Schepers zal zelf eveneens plaatsnemen in het be-
stuur. Bovendien zal hij door het stichtingsbestuur worden aan-
gesteld als beheerder.
De huidige oplossing voor de overdracht van het muséum voorziet
in een behoud van de omvangrijke collectie van Schepers voor de
Eibergse gemeenschap. Mocht zich binnen tien jaar een situatie
voordoen waarbij tot beëindiging van de overeenkomst zou moeten
worden overgegaan, dan heeft de Stichting het recht van koop
tegen een nu reeds vastgestelde vergoeding. Die koop omvat te-
vens de collectie van Schepers, die voorlopig in bruikleen wordt
afgestaan.
De nieuwe stichting heeft zich verbonden om – mocht het tot ont-
binding van de Stichting komen – in overleg te treden met het
gemeentebestuur van Eibergen, de Historische Kring Eibergen,
het Rijksmuseum Twente en de Oudheidkundige Vereniging De Graaf-
schap.
De nieuwe stichting zal het financieel niet kunnen redden zonder
de hulp van de gemeente Eibergen. Daartoe is een subsidiebedrag
aangevraagd van 18 mille, zijnde het geschatte exploitatiete-
kort voor 1987. Overigens heeft de gemeente op het activiteiten-
plan voor 1988 pas rekening gehouden met een aanvrage van de
Stichting. Er is daarvoor een bedrag van 20.000 gulden opgevoerd.
Het stichtingsbestuur probeert dat bedrag nu naar voren te halen.
Dat het museum heel duidelijk voorziet in een behoefte blijkt
uit de cijfers van het aantal bezoekers:
1982 1000
1983 1300
1984 1400
1985 5300
1986 2100
– 4-

De uitschieter in 1985 was te danken aan de actie Kerkepad en
de expositie over Eibergen in de oorlogsjaren. Het blijkt ove-
rigens dat het aantal Eibergse bezoekers fors toeneemt als er
speciale exposities zijn. Het streven van de Stichting en be-
heerder Schepers is er dan ook op gericht om jaarlijks twee
exposities te houden, één in het voorjaar en één in het najaar.
In de zomermaanden is dat niet zo nodig, omdat dan het aantal
bezoekers toch al groot is dankzij de vakantiegangers. Het af-
gelopen seizoen werden er exposities over klederdrachten en
fietsplaatjes gehouden, die beide bijdroegen aan het grote aan-
tal bezoekers.

Ons zotkplaatjt

Ons Zoekplaatje laat dit keer een foto zien die in 1929 is
gemaakt ter ere van het 12| jarig bestaan van de rk werk-
liedenvereniging St. Joseph in Eibergen. De geestelijk
adviseur, vierde van links op de foto, is pastoor E.F. de
Jong, die sinds 11 januari 1924 in Eibergen werkte. Onze
vragen:
– Wie staan er op de foto die destijds is geplaatst in een
katholiek weekblad?
– Waar is de foto gemaakt?
Gaarne Uw reacties aan de redaktie van “Old Ni-js”,
K.Nieuwenhuizenstr.5,
7161 VB Neede,
tel. 05450-4001.
– 5-

Veldnamenonderzoek begonnen

In het afgelopen najaar is een begin gemaakt met de uitwerking
van de plannen met betrekking tot het veldnamen- en boerderijen-
onderzoek in de gemeente Eibergen.
Voor het jaar 1987 is een subsidie van 1600 gulden aangevraagd
bij de gemeente. De raadscommissie Welzijn heeft hierover een
unaniem positief advies gegeven. Op 9 december werd de subsidie
aanvraag behandeld in de Gemeenteraad.
Op 21 oktober heeft het bestuur een vergadering belegd voor le-
den van de H.K.E. die bij hun aanmelding als lid opgaven inte-
resse te hebben in veldnamenonderzoek. Een zevental leden meld-
de zich aan als vrijwilliger. Dat was een zeer positief resul-
taat, gezien de ervaringen elders.
Op 26 november was er een vervolg. Voor die dag was mevr. drs.
L. Maas van het P.J. Meertensinstituut te Amsterdam uitgenodigd
om een uiteenzetting te geven over de praktijk van het veldna-
menonderzoek. Overigens houdt het P.J. Meertensinstituut zich
bezig met dialecten, naamkunde (w.o. veldnamen, plaats- en fa-
milienamen) en volkskunde.
Inmiddels is het aantal vrijwillige veldwerkers uitgebreid tot
tien. Het zijn:
de heer H. Landewers. Hij heeft zich bereid verklaard de coördi-
natie van het project op zich te nemen. Voorts: mevr. J. Onstein-
Keizers, de heer B. Karnebeek, de heer G. te Nijenhuis, de heer
J.A. Vrieze, de heer J. Wennink, de heer A.J. Mellink, de heer
H.J. te Raa, de heer Te Spenke en de heer J.B. Nijman. Zij gaan
vanaf 1 januari 1987 op pad om de veldnamen en boerderijen te
inventariseren.
Het ligt in de bedoeling, dat de veldwerkers zullen beginnen in
een hen bekend gebied. Wanneer ze bij de informant – zo heet de-
gene die de namen van de percelen doorgeeft aan de veldwerkers –
of boerderij op bezoek willen gaan, zullen ze eerst een afspraak
maken.
Hoe gaan de veldwerkers te werk? Zij zullen de informant vragen
om namen van percelen, boerderijen, wegen, beken en bijzondere
plekken in het landschap. Zij doen dat met behulp van kadastrale
kaarten uit de jaren ’40. Deze kaarten geven de situatie weer
van vóór de ruilverkavelingen. De veldwerkers zullen de namen,
zoals de informant die nog kent en uitspreekt inschrijven op de-
ze kadasterkaarten.
Het kan natuurlijk zijn, dat een informant niet alle namen zelf
– 6 –

meer weet, maar nog wel een broer of zuster, oom of tante heeft
van wie men denkt, dat dit familielid, kennis of buurman nog
veel meer veldnamen kent. Geef dan de namen van deze nieuwe in-
formanten door aan de veldwerker, de coördinator of aan B. te
Vaarwerk (tel. 05454 – 71593). Voor een soepel verloop van het
veldwerk zou dit erg fijn zijn.
Het tweede deel van het project bestaat uit een inventarisatie
van boerderijen die vóór 1940 gebouwd zijn. Hiervoor wordt ge-
bruik gemaakt van een speciale vragenlijst, die alleen vragen
stelt over de buitenkant van een boerderij. Uiteraard geschiedt
medewerking aan dit deel van het onderzoek ook geheel op vrij-
willige basis. Doel van dit onderzoek is, inzicht te verkrijgen
in de bouwwijze van boerderijen die vóór 1940 gebouwd zijn. Zo
kan men bijvoorbeeld in Eibergen nog boerderijen met een ends-
kamer aantreffen naast later gebouwde huizen in een T-vorm. Een
bijzondere categorie wordt ook gevormd door de “ontginningsboer-
derijen” in het Eibergse Veld (Holterhoek), die o.a. gekenmerkt
worden doordat ze gebouwd zijn met (de witte) kalkzandsteen.
Van deze boerderijen zal ook nog één foto gemaakt worden en wel
de situatie van de boerderij zoals die te zien is vanaf de open-
bare weg.
Wat gebeurt er nu met het bijeen gegaarde materiaal van het
boerderi jenonderzoek?
Deze gegevens worden bewaard in het archief van de H.K.E., ter-
wijl een kopie ervan zal gaan naar de Stichting Historisch Boer-
derij-onderzoek te Arnhem, die ze zal opbergen in haar archief
voor verder onderzoek. Wanneer andere instanties dan deze twee
gebruik willen maken van de resultaten van het boerderij-onder-
zoek, dan kan dat alleen gebeuren met toestemming van de eige-
naren van betrokken boerderijen.
Uiteindelijk ligt het in de bedoeling de gegevens van het veld-
namenonderzoek in een of andere vorm te publiceren. De gegevens
van het boerderij-onderzoek blijven in een eventuele publicatie
buiten beschouwing.

Namens het Bestuur van de H.K.E.
Secr. B.H.M, te Vaarwerk.
– 7-

Brieven van landverhuizers

3. ” The Boevink – Eistovy “.

In de eerste twee afleveringen hebben we kennis genomen van
wat er zoal kwam kijken in 1880 bij een overtocht van Europa
naar Amerika. In deze aflevering willen we de verdere levens-
loop van de gebroeders Boevink in Amerika volgen, voor zover
die is af te leiden uit de Correspondentie, die een twintig-
tal brieven omvat, en uit het genealogisch familie-overzicht,
dat in Amerika is samengesteld, met als titel:”The Bouwens-
Christiaanse-Boevink History”.
Nadat Hendrik Jan gezond en wel bij zijn broer was aangekomen,
trokken de gebroeders Boevink naar het Midden Westen van de
Verenigde Staten, waar land in overvloed en voor een krats te
koop was. De nadelen van het klimaat aldaar moest men op de
koop toe nemen. Frederik Jan vestigde zich na enige tijd zoe-
ken in Nebraska, één van de staten, waar de ontginning op gang
kwam. Na brieven uit Pel la en Firth blijkt tenslotte Adams de
definitieve woonplaats te zijn geworden. De brieven van Hendrik
Jan kwamen aanvankelijk uit Firth. Hij bleef ue eerste tijd bij
zijn broer, in elk geval zolang deze nog vrijgezel was.
Het is interessant de brieven van Hendrik Jan uit de eerste
tijd te vergelijken met die van zijn oudere broer, die een door-
tastend man was en over leiderskwaliteiten beschikte. Daarnaast
was hij een zeer godsdienstig mens, al in Eibergen gaf hij gods-
dienstlessen aan de kinderen uit ’t Loo en Mallum in het oudste
zondagsschool gebouwtje, dat (keurig gerenoveerd) nog te vinden
is op de Brink op het Loo, vlak bij de boerderij “Bartels”.
Ook Hendrik Jan was geen domme jongen, zijn praktisch foutloos
geschreven brieven bewijzen dat. Ze zijn ongekunsteld, warm
van toon en helder geschreven. Zijn interesses lagen anders.
Zijn brieven melden weinig over zaken doen, marktprijzen of
over vee. De brieven getuigen van zijn interesse voor planten,
gewassen en het nieuwe land. Zijn beschrijvingen over de nieuwe
“Wereld” tonen overeenkomst men wat nu in boeken over die stre-
ken te lezen valt. We laten twee brieffragmenten volgen, zodat
men zelf kan oordelen:
-8 –

Firth Nebr. April 30 1883
Zeer geliefde huisgenoten

Heden zet ik mij neder om u eenige woorden te laten weten.
F.J. en ik zijn heide altijd goed sterk en gezond en hoop,
dat gij dezen in goeden welstand moogt ontfangen.
( onleesbaar E.H.W.)
Nu zal ik u met Mr. Lokhorst overzenden een staaltje aard-
appelen en een staaltje tarwe henevens een weinig water-
meloenenzaad. Als die hij uw groei jen willen (iets wat
ik wel betwijfel) dan zult gij er wel van houden, gij kunt
het ligt beproeven. Plant het met één korrel op een warme
plek ongeveer in het begin van Juni of midden Mei. Gij
kunt ze heel hol planten met een korrel even onder de aar-
de op een warme plek zooveel gij kunt buiten de nachtvorst.
Ze groei jen niet omhoog maar plat de grond over, dat wil
zeggen de struik en aan die struik groeijen eerst kleine
groene dingen en die worden hoe langer hoe grooter en zoo
groot als een kleine theeketel, tenminste hier worden ze
zoo ontzettend groot. In het midden van September zijn ze
zoo wat rijp wanneer ze van binnen rood zijn.
En ik heb u geschreven om een geweer met Lokhorst over te
zenden, maar stuur in plaats maar dat pakje berkenzaad,
want daar heb ik meer voordeel van dan een geweer, ik denk,
daar zoudt gij mij wel mee voort willen helpen.
De zuster in Rekken wilde mij ook een paar wollen kousen
breien, maar laat haar maar weten, dat ik haar vriendelijk
bedank voor de liefde welke zij nog jegens mij koestert,
maar wollen zokken zijn hier weinig waard. Ik heb u vroe-
ger reeds geschreven, dat er sprake is geweest om in onze
buurt een Hollandsche kerk te houwen, en nu kan ik u melden
dat hier een winkelier zich gaat vestigen uit Holland en
een hoefsmid welke uit Michigan zal komen. Be winkel is in
aanbouw en dat gaat hier gauw om een huis of kerk te bouwen.
Twee timmerlieden zijn er 4 dagen aan hezig geweest en als
ze nog een week werken is het hele gebouw klaar. Voor een
paar jaar was hier nog geen enkele Hollander en nu wordt
het al rondom door Hollanders ingenomen.
Om hier ook nog een kerk te krijgen zijn wij nog te weinig
in getal om de kosten te dekken voor kerk en predikant,
zoodat ik wel zou willen, dat hier wat meer Hollanders kwa-
men vestigen zoodat ik degene die bij u op een gehuurde
plaats zit en hard moet tobben om gelijk te blijven, en ik
– 9-

weet, zoo zijn er vele maar beter doet om uit te verkoopen
en gaat hier naar toe. Ik durf deze landstreek (Nebraska)
aan een ieder aan te bevelen. En het is hier tooh een sohoon
gelegen punt voor farmers: Ik uur van Firth waar een station
is, en even ver van Adams, Beneth Roea en Hickman, alle
plaatsjes die handel drijven. Binnenkort zal ik ook naar
Blankvoort schrijven. Met achting, uw liefhebbende zoon en
broeder,
H.J. Boevink

Plankinton, 22 July 1884

Geachte Famillie,

Thans neem ik de gelegenheid waar, om u eens weer te schrij-
ven, hetwelk in zoo langen tijd niet gebeurd is. Ik ben deze
lente van Nebraska gegaan naar Dakota, hetwelk noord van
Nebraska is. Ik heb reeds veel rondgereisd in Amerika en zoo
kwam ik te weten, dat Mr. D.H. Bennink ook in Dakota woonde
in Plankinton en zoo besloot ik hem daar eens op te zoeken.
Ik heb hun in goede gezondheid aangetroffen. Bennink heeft
eerst een jaar in Fella in lowa gewoond.
Hij heeft eerst gelijk als in Holland een kruidenierswinkel
gehad, maar heeft zijne zaken van de hand gedaan en is nu
ook aan ’t boeren. Hij heeft 320 akker land (waarschijnlijk
is hier acre bedoeld, een acre is ca. 4000 m2. 320 acre zou
128 bunder zijn, naar onze begrippen dus een kapitale boer-
derij. E.H.W.) hetwelk bijna niets kost. Dakota is eene van
de nieuwste staten van Amerika, dat nu wordt ingenomen (=
door kolonisten in gebruik genomen en in cultuur gebracht
E.H.W.). De bodem van Dakota is tamelijk vet en vruchtbaar
en is, denk ik, wat heter dan in Nebraska, is zeer goed ge-
schikt voor tarwe, haver en gerst, aardappelen gr oei jen
hier ook uitmuntend goed, doch is niet zoo geschikt voor
corn (= mais E.H.W.) als Nebraska. Het is prairie, evenals
Nebraska en hout ziet men ook niet veel.

Bennink en zijne kinderen kunnen ook even goed Geldersch als
Amerikaansch en zoodoende spreken wij ook altijd Hollandsoh.
Het meeste van de bijzonderheden heb ik nu geschreven en ik
– 10 –
wensah u van harte gezondhei.d en de Zegen des Heeren
F.J, in Nebraska is goed aan het boeren en het gaat hem
goed. Schrijf mij eens spoedig terug en vooral het aom-
pliment aan de famillie.
UEd. toegenegen Broeder
Ü.J. Boevink.

Na de lezing van de tweede brief kan men zich afvragen, wat
Hendrik Jan bewoog tot zijn reizen. (Men onderschatte de afstand
tussen Adams in Nebraska en Dakota niet). Uit een brief van 14
juni 1885, waarvan we een fragment laten volgen, blijkt, dat
dat reizen van Hendrik Jan plaats vond tegen de wil van Frederik
Jan, die zich zorgen ging maken over zijn broer en zoals blijkt
na enige tijd,terecht. We lezen, welk een tragische wending de
levensweg van de jongste der beide broers nam en welk een scha-
duw dit legde op de succesvolle levensloop van Frederik Jan, die
zich niet onttrok aan de plicht voor zijn broer te zorgen, maar
weinig medeleven vond bij de familie in Eibergen:

Pella, 14 junij 1885

Geachte Moederj Broeders en Zusters.

Thans mij nederzettende om u eenige letteren op het papier
te brengen, laat ik u weten dat wij allen goed gezond zijn
en hopen van U lieden hetzelfde. Vervolgens laat ik u we-
ten, dat Hendrik Jan zich weder in het krankzinnig gesticht
bevind en is er reeds 3% maand geweest. Maar is thans weer
goed aan het beteren. Het was omstreeks het begin van Maart
toen hij ons verliet, en ging naar een op 14 Mijlen afstand
gelegen plaatsje Hickman, vanwaar ze hem naar het gesticht
hebben overgebracht. Wanneer hij nog zoon beetje goed was
van dezen winter, heb ik hem nog zoo aangeraden om stille-
tjes bij ons te blijven want ik zag het vooruit al wel ko-
men, dat het weer niet goed bij hem was, zoodat ik menig-
maal ongerust over hem was zooals Van winter met de strenge
koude kwam hij ook is op een keer thuis met bevroren oor en,
terwijl er een ontzettende sneeuwstorm woeden. Hij had net
zoo goed hier of daar in een sneeuwbank kunnen blijfen zit-
ten en zoo dood gevroren hebben, want van zulke en derge-
lijke gevallen hoort men hier maar al te veel.
Ook verleden najaar even voor zijn terugkomst van Dakota
maakte ik mij ongerust over hem, want op een naburig plaats-
je, Adams genaamd, was een krankzinnig persoon, die van het
- 11 –

Boven-.kerk^e in Firth dat tevens
diende als schoolgebouw.
Gestiaht door Nederlandse emigran-
ten.

Links: een afdruk van een foto,
genomen omstreeks 1883 in een ate-
lier in Nebraska. Frederik Jan
links en H’^ndrik Jan rechts.
– 12 –

Noorden met den trein was gekomen en er daar was afgegaan
door de koude verkleumd en werd dood gevonden. Zoodra ik
vandat gevat hoorde^ heb ik dat tijk taten opgraven, maar
tot mijn btijdsahap was hig het niet. Ik wit u met dit at-
tes maar te kennen geven, waarom of ik u verteden jaar ge-
schreven had om hem weer naar Nedertand terug zien te
krijgen. Ats hij hier in het gesticht is, dan is hij goed
bewaard, maar denkelijk zal hij nu ook weer spoedig ont-
slagen worden en mijn raad wit hij volstrekt niet opvolgen
en in dit ruime land is hij niet zonder gevaar. Ik zal mij
van mijn plicht kwijten en doen voor hem wat ik kan doen,
maar ats Arend schrijft, dat hij vrouw en kinderen heeft
waarvoor hij zorgen moet en zich op die manier maar van
deze zaak te ontreken, laat hij dan ook weten, ats het is
verkeert met H.J. uitloopt, of hij met mij kan zeggen, ik
wasch mijn handen in onschuld.
Ik stuur met dezen het geld, verschuldigd aan moeder nog
niet want de onkosten die Hendrik Jan meebrengt zijn ook
voor mij alteen en gij weet ook zeer wel, dat een oud
mensch om op te passen niet in vergelijking komt met H.J.
ats hij niet wel bij zijn hoofd is, temeer hier in dit
vreemde land waar hij geen enkele raad van mij wil opvolgen.

Zoals reeds opgemerkt, het ging Frederik Jan goed in Nebraska.
In één van zijn brieven, geschreven op 10 januari 1890, schreef
hij aan zijn broer H. Boevink en de familie:
“Het is nu bijna 10 jaar geleden, dat ik den reisstaf heb
opgenomen om ats vreemdeling te verkeeren waar ik verkee-
ren kon en als ik terugzie, waar zijn die 10 jaren zoo
spoedig gebleven? Er is toch veel gebeurt in dien tijd en
ik moet met Jacob bekennen, dat ik in menigte uitgebroken
ben, want als ik op mijn varkens zie, dan weet ik zeker,
dat ik er meer vet maak dan alle boeren uit het Loo met
mekaar. ”

En dankbaar constateert hij dan, hoe in zo’n korte tijd de
prairie veranderde in een boerenplaats met schuur en paardestal,
met bergplaatsen voor graan en hooi, met een boomgaard met 100
vruchtbomen, een bosje, waarin de vogels nestelenll En in 1889
heeft hij de eerste maaimachine aangeschaft en nog 100 dollar
op de bank gebracht. (En door die mechanisatie, in ons land
nog onbekend, werkte hij dapper mee aan produktievergroting en
de steeds lager wordende graanprijzen op de europese markt, die
zeer nadelig waren ook voor de boeren in de Achterhoek. E.H.W)
– 13 –

En intussen had hij ook een gezin gesticht. Al in 1883 was hij
in het huwelijk getreden met een jonge weduwe, Diena Christi-
aanse, twee jaar jonger dan hijzelf en van nederlandse afkomst.
Haar eerste man was al op 27-jarige leeftijd overleden aan
longontsteking. Uit dat huwelijk waren 4 kinderen geboren, al-
lemaal jongens. Hun nakomelingschap bestond in 1980 uit 140
mensen. Uit het huwelijk van Diena en Frederik Jan werden 4
jongens en 3 meisjes geboren. Hun nakomelingschap bestond in
1980 uit 114 mensen. Maar slechts 3 droegen de naam Boevink, 2
kleinzonen en 1 achterkleinzoon; Joel James Boevink. Hij is de
enige, die de naam Boevink nog kan doorgeven aan het nageslacht.
In Eibergen is de naam Boevink in de mannelijke lijn reeds uit-
gestorven.
Tot 1920 huwden de nakomelingen van Frederik Jan met partners
van nederlandse afkomst, getuige de namen Doeschot, van Diest
en de Roe. Pas daarna komen in de genealogische tabel niet-ne-
derlandse achternamen voor. Dit alles weten we door het noeste
werk van een kleindochter, Merna Meyer, die de “The Bouwens-
Christiaanse-Boevink Family History” samenstelde. Zo weten we
ook, dat Frederik Jan al in 1891 zo solvabel was, dat hij een
hypotheek kon afsluiten om de “farm” van zijn schoonvader, die
in dat jaar overleden was, als hoogste bieder te kopen voor
$ 4525. Zijn schoonmoeder nam hij sindsdien in huis op.
Frederik Jan, die in zijn brieven verschillende keren om preken-
bundels van nederlandse predikanten vroeg, werd ook één van de
grondleggers van de Dutch Reformed Church in Pella, Nebraska.
Met 9 andere families stichtten zij een kerkje. Herhaalde malen
uit hij zijn teleurstelling, dat zijn familie in Eibergen zo
weinig van zich laat horen.
In 1890 besluit hij dan ook zijn brief als volgt:
“In een brief van Blankvoort hebben wij gezien^ dat
Arend verleden zomer ziek is geweest, doah van welken
aard of van zijn beterschap hebben wij niets vernomen
hier. Als gij lieden geen oenten hebt voor postzegels,
dan zullen wij u wel zooveel sturen”.

Na 1890 worden de brieven korter. Er ontstaat vervreemding. Men
is wel familie van elkaar, maar er is nauwelijks nog iets ge-
meenschappelijks. Van Hendrik Jan hoort men, behalve een enkele
verwarde brief uit het “gesticht”, zo goed als niets meer.
Na 1894 ligt de briefwisseling helemaal stil, althans uit die
periode is er geen enkele brief meer. In 1905 is er dan nog een
laatste kort bericht, dat duidelijk blijk geeft van vervreemding
– 14 –

Frederick Jonh
DIRECT DESCENDANT Frederik Jan Boevink NICKNAME Fred

BIRTH DATE 11-20-1852 Eibergen Netherlands 1
(Town) (County) (State or Country) 1
MARRIAGE DATE 05-23-1883 Lincoln Lancaster Nebraska 1
(Town) (County) (State or Country) 1
DEATH DATE 1 1- -1905 R.F.D. Adams Nebraska 1
(Town) (County) (State or Country) 1
BURIAL PLACE Pel la Ceme., Adams, Ne CAUSE OF DEATH TiiberculOSi s 1

OCCUPATION Farming (Livestock and Grain) |

FATHER Hermanus Boevink MOTHER Janna MAIDEN Wennink

DIRECT DESCENDANT
SPOUSE Diena Christiaanse NICKNAME 1

BIRTH DATE 12-05-1854 Zeeland Province Netherlands 1
(Town) (County) (State or Country) 1
DEATH DATE 04-12-1935 Firth Lancaster Nebraska 1
(Town) (County) (State or Country) 1
BURij\L PLACE Pel la Ceme., Adams, N e CAUSE OF DEATH Stomach Cancer i, , , |

1 OCCUPATION Homemaker

FATHER Abraham Christiaanse MOTHER Chaterina MAIDEN Voqel

CHILDREN – Additional Informacion for Married Children on following pages 1

[FULL NAME 1 SEX M – F 1 BIRTH DATE DEATH DATE 1
BIRTH PLACE BURIAL PLACE
08-13-1884 11-04-1966
1 John Fred Boevink M Rural Adams, Ne
12-08-1887 12-02-1964
1 Katie (Catherine) Boevink F Rural Adams, Ne.
03-24-1889
Jane (Janna) Boevink F Rural Adams, Ne.
Ö6-19-1892 06-27-1972
Herman Boevink ( T w i n ) / ^ M Rural Adams, Ne.
Ü6-19-1892 11-04-1958
Dena Boevink (Twin)c^y F Rural Adams, Ne.
IÜ-04-1Ö95 06-22-1974
Garrüt Boevink M Kural Adams, Ne.
Henry John Boevink M 1Ö-03-1Ö99 1 09-09-19/7 1
Rural Adams, Ne. | J

Genealogische staat van Frederik Jan Boevink. Hij trouwde in
1882 met Dina Christiaanse, afkomstig uit de provincie Zeeland.
Van de zeven kinderen trouwde Katie (Kaatje) met Garret van
Diest. Jane (Janna) trouwde met Louis Doessohot. Dena, één van
de tweeling, trouwde met John de Roe uit Boroulol
De tweede generatie immigranten hleef Hollands, zo ook de Boe-
vinks.
­ 15 ­

Hij sc hrijft dan in een brief aan de familie Blankvoort o.a.:
“Hoe ­is het tegenwoordig op het Loo in het ouderlijk
huis gestelt en wie hoort de plaats toe? is Herman
daar nog aan het roer of niet? en kunnen zij met mal­
kaar goed overweg? Om u het een en ander van hier mee
te delen zou overbodig zijn omreden dat Gij hier to c h
geen mensah kent. Wij zijn allen goed gezond en hopen
van u hetzelfde. In afwac hting, dat gij is spoedig te­
rugschrijft. ”

Reeds enkele maanden later komt er dan een briefje van een
dochter, dat Frederik Jan overleden is aan één van de meest
gevreesde ziektes van die tijd: tuberc ulose. Hij werd slec hts
53 jaar oud. Het is dan gedaan met de brieven van deze land­
verhuizer. Dank zij Merna Meijer, zijn kleindoc hter, weten we
dat er in 1980 van de zeven kinderen, nog één dochter Janna
(Jane), geboren in 1889, nog in leven was.

,I.BOevi/MK
“”” ­WO!?!

■^unibstone of Fred erick Jan Boevink Tombstone of Henry J . Boevink. This tomb­
and 3iena (Christiaanse) Boevmk stone d isappeared and was found about six
inches und erground by Ray Boevink and his
s i s t e r Norma DeVries Ray f i t t e d the
pieces together and set them in cement
The tombstone now is f l a t on top of the
ground. We are greatful to Ray and Norma
for find ing the lost stone and repairing
it.

Boven: Grafstenen van F.J. Boevink en zijn vrouw, die
hem 20 jaar overleefde, en van Hendrik Jan, die in 1926
overleed. Jarenlang is de laatste steen zoek geweest.
Twee kleinkinderen van Frederik Jan vonden hem enkele
jaren geleden meer dan 30 om. onder de oppervlakte, in
de buurt van Linc oln, in Nebraska.
– 16 –

Hendrik Jan werd in 1894 overgebracht naar het Hastings Ne-
braska Regional Center. Hij overleefde zijn broer 13 jaar.
Wie zou er in al die jaren naar hem hebben omgezien? Hij over-
leed op 23 november 1918, ook aan tuberculose. Pas enkele ja-
ren geleden vond men zijn grafsteen terug.

Met dank aan de families Geessink/Wolfs/Blankvoort, die mij
deze correspondentie beschikbaar stelde.

Eibergen, oktober 1986
E.H. Wesselink.

BRONNEN :
Familie-archief families Geessink/Wolfs/Blankvoor+.
The Bouwens-Christiaanse-Boevink Family History
and Register of Descendanfs 1813 – 1980
compiled by Merna Meyer, november 1980.

Naschrift
Wij zijn er haast van overtuigd, dat er in de Gemeente Eiber-
gen nog families zijn, die evenals de familie Boevink nog be-
schikken over correspondentie met geëmigreerde familieleden.
Misschien met ook brieven van Nederland naar familie in emi-
gratielanden verzonden, die ons kunnen helpen historische si-
tuaties weer tot leven te brengen.
Graag zouden we in contact komen met mensen, die bereid zijn
ons deze correspondentie te laten inzien, opdat we er één of
meerdere artikelen van kunnen maken. Uiteraard blijft alle
correspondentie bezit van de bewuste familie. Na gebruik wordt
alles teruggegeven

Redactie “Old Ni’js”
– 17 –

MIDDEWINTERLEED

As Grotmoo vvoggev ’n leedgen zong
Van ’t Kasfees, Middewintev,
Of as ze nao de kavke gong
Met eene van ons kinder.
En later stille an et raam
De magere vögele voorn.
Of ’t sohuuvkalendershreefken las
Biej ’t luun van ’n olden toom.

As Grotmoo vrogger dan verteln
van eure kindevtaorn.
Of hoo in Bethlehem, heel wiet weg
De loah vol starren klaorn.
En as ze dan nog even kwam
En ons wal- ’trusten zae.
Dan veul’n ieg al dat ’t Kas fees was,
In d’ olde beddestea.

Ooh ha’k nog eenmaol net as ton
’t Geveul van echte vred.
Too Grotmoo zaahjes vuur ons zong.
Dat ’t kind in ’t krihken led.
O, heurn ik eene keer weer
Wat eeuwig is en bleef:
De zuuvere mooie melodie
Van Grotmoo’s Kasfeesleed.

G. Odink Jr.
Jaarboek Arahief 1949.
(A’j kont, dan geeft oew kinder met
’t beste, da’j kont kriegen,
En waor ze later wat an hebt:
’t Geveul, da’j kind kont blieven).
18

Boven en onder: G.J. Luttikholt tussen de puinhopen
van de molen te Avest na de cycloon van 1 juni 1927.
– 19 –

De verdwenen molens van Beltrum

1. De Moten van Luttikholt te Avest.

De ouderen onder ons zullen zich de molen in Avest misschien
nog herinneren, maar de meesten zullen er van gehoord hebben
maar weten niet “hoe, wat of waar”.
De molen van Luttikholt, zoals deze in de volksmond wel ge-
noemd werd, is op 1 juni 1927 door een cycloon ontwiekt en
verwoest en later niet meer opgebouwd.
Deze in vroegere jaren veelvuldig gebruikte molen heeft ge-
staan aan de Avesterweg en had toen het huisnummer H.36, on-
geveer tegenover de aansluiting van de Helbargsweg op de Aves-
terweg. Momenteel staat hier het woonhuis van de fam. Klein
Gunnewiek. Op bijgaande pagina staat de beschadigde ronde
stenen beltmolen (op een heuvel gebouwd) afgebeeld. Oorspron-
kelijk stond hier echter een achtkantige houten beltmolen.
De eigenaar van deze houten molen was G.J.Nahuis, geboren in
1839, getrouwd met Aleida G. Wasfink en had drie kinderen.
Zijn hoofdberoep was echter timmerman. De oorspronkelijke mo-
len zal tussen 1867 en 1880 gebouwd zijn, want op een kaart
van 1867 komt hij nog niet voor.
Waarschijnlijk heeft G.J.Nahuis niet op de achtkantige houten
molen gemalen. De molen die groot voor zijn soort moet zijn
geweest is door een brand verwoest. Naar alle waarschijnlijk-
heid heeft Nahuis de verbrande molen gekocht, de resten opge-
ruimd en er een stenen (en kleinere) beltmolen op gebouwd.
De familie trok in 1895 naar Groenlo en Aalten. Molenaar Pe-
trus van Gestel uit Gil zen maalde van 10 september 1895 tot
26 mei 1896 op de molen en vertrok toen naar Wisch. Gradus
Luttikholt nam op 21 mei 1897 bezit van de molen. Op 1 juni
1927 kwam hier abrupt een einde aan.
De stenen beltmolen werd in 1897 gekocht door G.J.Luttikholt,
Hij vestigde zich bij zijn huwelijk met Maria Antonia Keurn-
tjes in het woonhuis bij de molen. De molen had toen een hout-
zagerij en een korenmalerij. De houtzagerij werkte vaak als
er veel wind was. De energie die dan vrij kwam, moest van de
wieken naar beneden via verbindingsstukken, as-koppelingen,
naar de machinekamer van de houtzagerij.
Voor dit gedeelte van de molen zorgde een houtzager uit de
buurt. Zijn naam was Johannes Frank. In de tijd van de spaan-
se griep (ca.1918) is hij overleden. Daarna is ook de houtza-
gerij stil gelegd.
– 20 –

Behalve Johannes Frank als houtzager was er ook Wijdeman, de
voerman. Deze zorgde voor het transport van de produkten. De-
ze werden opgehaald en weggebracht. Toen later Gradus Luttik-
holt zelf een paard en wagen had gingen zijn inmiddels opge-
groeide zoons deze functie vervullen.
Op de molen was er ook hulp bij het malen, ene “Jan van de
Groeze”(bijnaam) vervulde die taak. Later verving eveneens
een zoon van Luttikholt hem. Eén van de zonen, Antoon ver-
blijft momenteel in bejaardenhuis “De Molenberg” te Groenlo.
Hij herinnert zich nog dat hij vroeger van school meteen naar
de molen moest om te helpen. Voor het eten moest reeds gewerkt
worden. Hij herinnert zich dat hij op een dag geroepen werd
door de dienstbode, dat het eten klaar stond. Hij wilde toen
nog even de molen stil zetten. Het liep helemaal fout. De
schade was niet groot, maar dat had evengoed wel kunnen zijn.
Dat de wieken behoorlijk lang zijn is bekend. Eén vlucht is
meer dan 20 meter. Als je de molen te snel wilt vangen (stil
zetten), breekt de as aan de ingang van de kap.
Op zo’n moment kunnen de wieken van de molen geslingerd wor-
den, wat er dan gebeurt kan catastrofaal zijn. Wat de woorden
waren van zijn vader kunt u raden.

Aan de stand van de wieken kan men heel wat aflezen. De eer-
ste stand geeft de rust voor de zon- en feestdagen weer. De
tweede stand geeft aan dat er iemand trouwt. De derde stand
is de rouwstand, indien er iemand overleden is. Men zegt dan
de wieken komen niet verder, tot rust.
De molen van Luttikholt kreeg al snel een stoommachine en
stoomketel. Molenaars uit de buurt, die bij weinig wind niet
konden malen, kwamen ook wel bij hem en er werd ook voor hen
gemalen.
– 21 –

Er werden ook lessen gegeven. Leerlingen waren toekomstige
molenaars, zowel mannen als vrouwen. Ze moesten op de molen
werken. Er werd jaarlijks honderd uur les gegeven. Antoon
herinnert zich dat er een veertiental examen aflegden en dat
er twaalf geslaagd waren. Hij vertelt verder:”het waren jon-
gens van de koude grond en die hadden niet met molens gewerkt.”
Een enkele keer kwam een molendeskundige kijken. Op één van
de lessen klaagde hij dat de jongens de molen niet op de
juiste manier stil zette. Toen Antoon opperde dat hij dan maar
eens moest laten zien hoe het wel moest, bleek dat hij zelf de
molen niet kon pramen (stil zetten).
Er werd veel gemalen. De molen had twee koppels molenstenen.
Een koppel bestaat uit een ligger en een loper. De loper draait
steeds over de ligger heen waartussen het koren wordt gemalen.
In de molensteen zitten groeven die door het malen kunnen af-
slijten. Men moest dan billen of scherpen (hakken) om de groe-
ven te behouden. Oorspronkelijk waren de molenstenen van na-
tuursteen. Deze stenen moest men eens per drie weken kerven.
Dan werd het bodemsel eruit geslagen met een hamer, zodat de
groeven niet verstopt raakten. Wilde men goed meel (bloem)
leveren, dan moest men dit goed bijhouden.
Later kwamen hiervoor kunststenen en werd het veel gemakkelij-
ker. Antoon herinnert zich de leveranciers nog, het waren de
gebroeders Jaspers uit Aarle-Rixtel (bij Helmond) en Reie Rut-
gers uit Wageningen.
Er werd voor consumptie gemalen, zoals: tarwe, boekweit, rogge,
gist, haver, palmpitten,sesamzaad en veekoeken.
Veekoeken kwamen als platen binnen, waren heel hard en moesten
dus eerst gemalen worden voordat ze door de koeien gegeten
konden worden. Er werd toen ook gemalen voor de ABTB in Bel-
trum en de toenmalige ABTB te Groenlo.
In 1924 werd een nieuwe kap op de molen gezet. Toen in 1925
een cycloon over Borculo trok, ondervond de molen hiervan geen
hinder.
Echter, toen de cycloon van 1 juni 1927 over de Achterhoek
raasde en vooral in Beltrum een spoor van vernielingen achter-
liet, moest ook deze molen het ontgelden. Deze werd onherstel-
baar beschadigd, evenals het woonhuis. De totale schade werd
geschat op ƒ5337,- inclusief een bedrag van 25 gulden voor de
roerende goederen. De taxatie is niet zonder slag of stoot
verlopen, want in het eerste gesprek met leden van het steun-
comité gaf Luttikholt te kennen dat de taxatie moest worden
verricht door deskundigen, molenaars of deskundigen van de
– 22 –

Boven: kaart van de kadastrale gemeente Beltrum uit 1867^
uitgegeven door Hugo Suringav te Leeuwarden (oolteotie
auteur).

vereniging “De Hollandse Molen”. Het steuncomité wilde echter
zelf zorgen voor een deskundige taxatie, aldus het antwoord.
Inmiddels was er ook een “uitvoerend comité stormramp 1927″
in het leven geroepen. Uit aantekeningen die zijn bijgehouden
en bewaard gebleven lezen we het volgende:
” Aan gebr. s Wijnveen, molenmakers te Voorthuysen, gem.
Barneveld, verzoeken de schade aan de molen van G.J.Lut-
tikholt, Avestj te willen schatten”.
Iets verder lezen we:
“Door G.J.Luttikholt, molenaar te Avest, kan worden ge-
rekend op een bedrag van fZOOO,- voor de bouw van een
moderne malderij; hij kan met het afbreken van zijn ge-
deeltelijk verwoesten molen onmiddelijk doen aanvangen,
en moet ten spoedigste een plan met begrooting voor een
nieuw te bouwen motormaalderij bij het bureau gemeente-
werken indienen”.
– 23 –

Aan Luttikholt zal het noodige worden medegedeeld; wat
betreft de toezegging van voornoemd bedrag, door de Hr.
G. Verrijn Stuart ƒ 400,- (particuliere gift, redaktie)
en het overige door het bureau Gemeentewerken.
Op een verzamelstaat vinden we dan dat G.J.Luttikholt voor
zijn geleden schade een toekenning krijgt van ƒ3000,- op de
molen en ƒ25,- voor de roerende goederen. Op 17 juli 1927 vin-
den we dan nog een laatste en vooralsnog onduidelijke notitie:
“Als eerste steun voor de bouw van een moderne malerij
niet uitbetalen alvorens overleg met pastoor Harreveld”.
In ieder geval heeft Luttikholt zijn molen niet meer opgebouwd.
Zijn zoon Antoon maalde daarna achtereenvolgens op de molens
in Ulft, Etten, Beek, Schalkhaar, Twello, Nieuw Heeten, Beek
en Wehl. Daarna kocht hij zelf een molen in Warfum, waar hij
zijn beroep voortzette. Ziekte was er de oorzaak van dat hij
zijn werk moest beëindigen. Hij keerde toen terug naar zijn
geboortestreek. Hij is thans gepensioneerd, maar voor zijn
hobby maalt hij nog steeds op de molen in Doetichem.
Aan de Avesterweg vindt men heden ten dage geen sporen meer
van het eens zo bloeiende molenaarsbedrijf, dat behoorde tot
één van de vier (verdwenen) Beltrumse molens.

Beltrum, november 1986.
Mevr. M. Verheyen-Kl. Gebbinck.

BRONNEN:
Mondelinge gegevens van Antoon Luttikholt, die thans woon-
achtig is in de Molenberg in Groenlo.
Oud-archief gemeente Eibergen; Stormramp 1927, doos no. 70.
– 24 –

Technische gegevens: Molen van G. J. Luttikholt

type / soort beltmolen / windkoren- en houtzaagmolen.
ligging Beltrum, aan de Avesterweg, ter hoogte van
de Helbargsweg.
bouwjaar ca.1870: pel- en oliemolen,
ca.1890: koren- en houtzaagmolen.
eigenaren ca.1870: G.J.Nahuis, afkomstig uit Westendorp.
1895: Petrus van Gestel, afkomstig uit Gilzen.
1896: G.J.Luttikholt.
molenaars zie eigenaren.
belthoogte 2,50 m.
romp ronde stenen molen; cylindrische onderbouw,
bovenbouw; getailleerd.
kap hout; met dakleer gedekt.
wiekenkruis houten wieken, fabrikaat Kreeftenberg Varsse-
veld.
vlucht 22 m.
staart hout
as gietijzer; lengte 4,35 m.
vang trommel vang.
begane grond hoogte 2,75 m; diameter 6,0 m.
stoommachine voor aandrijven molenstenen en
voor houtzagerij.
Ie verdieping hoogte 2,50 m; meelzolder;
2 verstelbare afzakkokers (meelbakken).
2e verdieping maalzolder; ca. 2,80 m; steenzolder.
3e verdieping hoogte 2,30 m; luizolder,
hoogte hart kammen spoorwiel 3 m;
I koppel 15 der, en I koppel 16 der stenen;
het spoorwiel drijft de houten spil (Konings-
spi 1) voor de zagerij en maalstenen.
4e verdieping kapzolder; hoogte bovenkant kruiring 1,50 m;
diameter kuip 3,80 m;
neutenkruiwerk;
ashoogte 2,50 m.
– 25

/VSWl’EL

vlucUl: lOYni

IJS^n

Boven: doorsnede van de molen^ tek: auteur.

overbrengingen aantal kammen aswiel
aantal kammen bonkei aar
aantal kammen spoorwiel
aantal staven haaks kamwiel
verhouding: I : 6,3
Het wiekenkruis met de hele kap is op 1 juni 1927 door een
cycloon afgewaaid. Woonhuis dicht aan de weg herbouwd.
– 26 –

Een 19e eeuws kerkelijk werkverschaffingsfonds

Inleiding
In de jaren ’40 van de 19e eeuw werden grote delen van Europa
getroffen door de aardappelziekte en mislukking van de graan-
oogst. Deze crisis tastte met name de bestaansbasis van de ar-
beidende klasse aan, immers aardappelen en rogge vormden de
belangrijkste ingrediënten van het voedsel van de arbeiders.
Het gevolg was, dat de arbeiders, die het toch al niet breed
hadden, massaal naar de bedelstaf gebracht werden. Van de staat
hadden zij niet veel te verwachten, die trachtte het probleem
op te lossen door het bestrijden van de bedelarij, misdaad en
door het stichten van tuchthuizen. Er werd dus massaal een be-
roep gedaan op de kerkelijke en burgelijke armbesturen. Maar
de crisis was ernstig: de veelvuldige verzoeken van de armen
om “onderstand”, leidde op zijn beurt tot verarming van deze
instellingen, waardoor de meer traditionele vormen van bijstand,
namelijk het uitdelen van geld en/of levensmiddelen, brandstof
en kleding in het gedrang kwamen. Gevoegd bij de angst die de
armbesturen (en de staatl) hadden voor de gevolgen van deze
massale verpaupering zoals zedenbederf, sociale en politieke
onrust, leidde dat overal in den lande tot het opzetten van o.m.
werkverschaffingsfondsen. Dat gebeurde ook in Eibergen op ini-
tiatief van Ds. Gooszen. Daarover handelt het nu volgende ar-
tikel van de heer J. Seekles, van wiens hand in “Old Ni-js” 1
ook al een bijdrage verscheen.

Eedaotie,

De mislukking van de oogst van de voornaamste levensmiddelen,
zoals aardappelen, granen en vruchten, in de jaren 1845 en 1846
leidde tot schaarste van produkten, stijging van prijzen en
kommervolle omstandigheden in de gezinnen van de overwegend
armlastige arbeidende klasse. Door pogingen van landelijke en
gewestelijke besturen en door lokale particuliere weldadigheid
wordt in Nederland een grote hongersnood voorkomen, doch de
nood blijft hoog.
Alle hoop is gericht op de oogst van 1847, waarvoor vanwege
Koning Willem II een algemene biddag voor het gewas wordt ver-
ordonneerd, die op 2 mei 1847 in Hervormde en Katholieke ker-
ken heeft plaatsgevonden. Ook in Eibergen heeft de toenmalige
predikant. Ds. A.J.Gooszen, om hulp en redding van de Aller-
hoogste gebeden, maar bovenal zijn meer gegoede geloofsgenoten
– 27 –

voorgehouden het voorrecht der rijkdom te beseffen dat hen
slechts is geschonken tot hulp en bijstand van de armen.
In zijn oproep van 24 december 1848 aan de kapitaalkrachtige
ingezetenen van Eibergen stelt Gooszen, dat de aanzienlijke
vrijwillige giften van voorgaande jaren (die veel behoeftige
lidmaten van de hongerdood hebben gered), behalve de herinne-
ring aan ware zelfvoldoening ook nadelige effecten kent:
“Traagheid, onoevsoh-illigheid en zedetigk bederf deden
ziah bi^ veten kenmerken, en de eerste aanvragen om on-
derstand met schaamte en weemoedig hart gedaan, werd
bij velen vervolgens eene onbeeohaamde gewoonte, en zelfs
big enkelen de giften als eene verpligting met onverschil-
ligheid aangenomen.”
Pogingen -aldus Gooszen- om door spinnen en publieke aanbeste-
ding van wegenaanleg in de Mark van Eibergen het zedelijk be-
derf onder de behoeftige lidmaten tegen te gaan, hebben niet
tot het gewenste resultaat geleid.
Het enige middel tot bevordering van de zedelijkheid van de
behoeftigen is het verlenen van werk aan hen die tot handen-
arbeid in staat zijn. Het Armbestuur, van de Ned. Herv. Kerk
in Eibergen, bestaande uit ouderlingen, diaken en provisoren,
besluit dienaangaande slechts aan hen bedelingen te doen die
niet tot handenarbeid in staat zijn. Aan hen die kunnen werken
worden geen giften verstrekt.
Dit lijkt een nogal asociaal beleid, maar deze beslissing van
het Armbestuur wordt ingegeven door een tweetal argumenten:
1. De veelvuldige gedane bedelingen in de jaren 1844-1847
hebben de diaconie- en provisoriefondsen danig verarmd,
waardoor tekorten bestaan.
2. De verbetering van het lot en de zedelijkheid kan het
best worden bereikt door de behoeftige arbeider werk te
verschaffen, waardoor hij in zijn eigen onderhoud kan
voorzien.
Er is echter een probleem: “er bestaat geen gelegenheid tot het
bekomen van werk bij particulierenl”
Dus -zegt Gooszen- doet zich de noodzaak voor om door een vrij-
willige inschrijving op een geldlening een fonds bijeen te
brengen, bestemd om de behoeftige geloofsgenoten werk en brood
gedurende de winter te verschaffen. En waar kan het algemeen
en bijzonder belang het best mee worden gediend dan met de aan-
leg van een grindweg door Eibergen?
­ 28 ­

{\^-^ —” Jonje5chi^te

^/^fcuwe nnolen

HAARLO Bieiebeckt
okk&r^br\
Rommel
El
i . /
Kapel ten Ca te
Vcidink ■
Kotcnb^rg •
Oc/rfe_ jBoncciJosc^ht

A'”””””‘^:^^^fK
Openb sc hool
I
st’ -^'”! BERGE
Bekkennate Prol Ziekt

/ / l^’o^s
Pssop • LeppTn’k • \^HönTn^

Windmolen ï kVei^e/^

timers^ Rietman
^ / i ^5 ^
/

Boven: de aanleg van een
grindweg diende het algemeen
belang van Eibergen, maar
zorgde ook voor werk voor
vele werkloze arbeiders.

Links: Ds. A.J. Goos zen, rond
1850 predikant in de n.h. kerk
in Eibergen, was de initiatief­
nemer van onder meer het
werkversohaffingsfonds.
– 29 –

Dit verbluffende voorstel vindt algemeen weerklank en bij be-
sluit van het Armbestuur van 24 december 1848 wordt een com-
missie geïnstalleerd, die tot taak krijgt een geldlening te
financieren en door het graven en horden van grind behoeftigen
werk te verschaffen.
De commissie bestaat uit 7 leden, tw. H.J.Hagens, W.H.Smits,
C.E.Voltman, G.J.L.Elbrink, H.Bouwmeester, G.J.Hagens en J.G.
de la Fontaine Verweij, die uit het Armbestuur en de aandeel-
houders zijn gekozen.
Op de eerste vergadering van de commissie, dd. 18 januari 1849,
wordt een dagelijks bestuur benoemd, een reglement van orde
(14 artikelen) vastgesteld en de bepalingen en waarborgen van
de geldlening (13 artikelen) nader besproken. Artikel 6 van de
geldleningbepalingen stelt, dat de vrijwillige inschrijving
geschiedt bij aandelen van 5 gulden. Voor ieder aandeel wordt
een naamloos bewijs afgegeven. Volgens artikel 7 zal de beta-
ling van de ingeschreven aandelen plaatsvinden op 10 januari
1849 en zal bij de laatste termijnbetaling het bewijs van aan-
deel verstrekt worden. De betaling aan de arbeider wordt gere-
geld in artikel 9, Voor iedere vierkante el grind ontvangt een
arbeider 40 tot 70 cents.
Uiteindelijk blijken 59 personen op de geldlening te hebben in-
geschreven, aanwie 121 aandelen zijn afgegeven, met een totale
opbrengst van 605 gulden. Onduidelijk is, waarom de commissie
bij haar financiële eindverantwoording een ontvangst van 590
gulden opgeeft. Afgezet tegen een uitgaaf van 634 gulden blijkt
de afrekening met een nadelig saldo van 44 gulden te sluiten.
Als de rekening in 1851 wordt afgesloten, blijkt dat de commis-
sie beschikt over 1027,75 el grind. Tijdens een tweetal aan-
deelhoudersvergaderingen, resp. op 14 december 1851 en 12 sep-
tember 1852, wordt besloten om in overleg met het gemeentebe-
stuur te treden, teneinde het grind ten nutte van de gemeente
aan te wenden. Op 30 oktober 1852 wordt met de gemeenteraads-
leden H. Bouwmeester, L. Elias en G.H. Huender een koopcontract
gesloten, waarin 1027 el grind voor 350 gulden wordt verkocht
om de aanleg van een grindweg van het dorp naar Kolenberg te
bekostigen.
Over de verdere lotgevallen zijn geen gegevens voorhanden.

Zoetermeer, 18 januari 1986,
J.J. Seekles
BRON:
archief Hervormde Gemeente Eibergen
– 30 –

Het zoekplaatje uit nummer 3 heeft precies datgene opgeleverd
wat de redaktie al vermoedde, namelijk vele gissingen. Toch
kwamen de eerste reacties al snel bij ons binnen. H.G.H.
(Harry) Tjoonk en mevrouw Mast-Wapstra herkenden meteen hun
vader met nog enkele anderen. Ook denken zij dat de opname
ouder is dan de jaren dertig. Een suggestie dat de foto
gemaakt zou zijn bij het afhalen van een nieuwe burgemeester
van het station, lijkt niet waarschijnlijk.
Met behulp van onder andere mevrouw A. Maas en de heren J.H.
Smit en B. Rhebergen e.a. kregen we een wat duidelijker beeld
van het geheel,
– De foto is gemaakt tussen 1915 en 1920 voor de goederen-
loods bij het station van H.S.;
– Omdat het gezelschap in de zomer is gefotografeerd en is
voorzien van rozetten, zal het waarschijnlijk gaan om een
comité van het Oranjefeest, eind augustus, bij de opstelling
van de optocht door het dorp.

De personen die konden worden herkend zijn:
I. P. Wapstra, die klerk was op het gemeentehuis; 2. H.
Wansink, in Eibergen beter bekend als “Lech-Wansink”,
omdat hij werkte bij de Berkelstreek; 3. Jan Tjoonk, bekend
als “Tjoonk van ’n notaris”; 4. Hoeben of Wormgoor?; 5.
Hendrik Holtkamp; 6. J. Roerdink, was timmerman bij Te
Vaanhold; 7. koetsier op de bok is Bernard Hasselo, van
Tuithaar. 8. in de koets zit links de Eibergse gemeente-
secretaris Gurk en (9) rechts Treffers; 10. J. Zwijnenberg?;
II. J. Maas (Louw), had een aannemersbedrijfje; 12. veld-
wachter Kammeyer; 13. Berend Pasman, electricien/loodgieter,
ook wel “Berend nul noar de aarde” genoemd; 14. Johan Wolfs;
15 Lobbes?.
– 31 –

’t Allectries

Veur den oorlog, in de jaorn dartig, wonnen hier in Beltrum
veur ’t earste allektries an-eleg. Met hulten paöle in de
grond met twee of vear draö der an en an ’t hoes de potjes.
Veur de grote boern vear draö krach, 380 volt, en twee draö
veur ’n kleinen boer, 220 volt.
Ton de allektriese keals van de Barkelstreek met dee draö
an ’t anleggen waarn, kwam der ’n old menneken met een zieden
petjen op en vroog an hun: “Hoo is dat toch meugelijk, at ter
an ’t ende van den draod lech oet kan kommen?”
“Kom maor ’s met”, zae den monteur, en hee nom ’n stuksken
draod en dee ter ’n stuksken isolatie of en zae: “Kiek, zee’
dat, den draod is hol en dan doo-re wi-j door péetrieollie
deur en dan kan an ’t ende van’n draod de lampe brannen”.
“Oh jao”, zae ’t menneken, ton kon hee ’t snappen hoo’t kon,
at door lech oet kwam.

Waor gebeurd

Ungevear tachenteg jaor eleene wonnen dit wat dreuvige ver-
haol veteld deur ’n jonge naobervrouwe van Hemmink.
Op de boerderieje van Bekerreje wonnen ne Hemmink, bi-jnaam
Bekerman of Bekenkamp. ’s Aovends um ungevear zes uur mos de
vrouwe van Bekenkamp wat jongs kriegen en de baakster kwam,
of better ezeg, zee wonnen op-ehaald met peerd en waogen,
maor de vroodvrouwe zae d-reks al: “Daor mot ne heer dokter
bi-j kommen”.
Um zeuven uur kwam den earsten, jammer genog dood, maor den
toekomstigen vader mos bi-jlöchten met de stormlöchte. Ton
zae den dokter: “Too, löcht ’s good bi-j, ik geleuve dat der
nog eene kump”. “Foj toch”, zae den boer. Maor den dokter
had geliek en zo kwamen ok den tweeden en den daarden, helaas
ok dood. Maor ton der naor ’n tiedjen den vearden komm zol,
vlog e deur de baovendeure, den hof in en reep vanoet den
mooskool: “Dokter, doot gauw de löchte oet, want zee komt op
’t lech of”.

Beltrum , Oktober 1986
Jan te Vogt.
– 32 –

Scheppels mankzaod

In ’n beuksken van dn Historischen Kring van Eibargen heurt
eigenluk ok ’n heuksken te waezen aover en in ons Eibargs Plat.
Of neet soms?
Wat dat dan mot waezen?
01de zegswiezen, of olde vetelsels, iets aover boerenwark en
boerenpraot; at ’t maor wat van doon hef met vrogger, met Ei-
bargen en ’t eibargse plat: net as ’n scheppel mankzaod, daor
zat ok van alles deurene.
Ton ik dn veurigen winter zo hier en door es dn boer op mos en
an ’t kuieren raken met de wat oldere boerenmansluu en vrouw-
luu, heurn ik mangs dinge zeggen, da’k dachte: “Die mo’k ont-
hollen”. Too ik die zegswiezen wol opzuuken in ’t book van Hen-
drik Odink, kon ik ze door neet vinden. Hendrik Odink hef dus
ok neet alles op können schrieven wat e wis. Gelukkig maor, an-
ders hadde wi-j now ok niks meer te doon of te zeuken.
Veur mien waren der ok zegswiezen bi-j, die ik nog nooit eer-
der eheurd hadde en daorumme kwam ik op de gedachte ze op te
schrieven. En woorin kan ik dat now better doon as in “Old
Ni-js”? Now hoppe ik, dat ter luu bunt, die zegt: “Ik wet ter
ok nog wat”. At mien die dan laot wetten, dan schrieve wi-j
die ok op. Zo könne wi-j mekare helpen, dat ter volle van ons
plat bewaard blif. A’w volle bi-j mekare kriegt, make wi-j der
toch ’n beuksken van met heel volle scheppels mankzaod. ‘n
Themanummer nuumt ze dat bi-j dn Historischen Kring. Doo-j met?
Bedankt.
Hier is dan mien eersten scheppel mankzaod: (ik heb de zegswie-
zen hier en door in ’n kort verhaaltjen verpakt, maor dat hoeft
neet).
1. ’t Liep tegen dn middag, toen ik met Jan nog effen in de
schöppe ston te praoten. Door klonk inens schel de stemme
van Diene: “Jan, kom i-j etten, ’t steet al klaor”. Maor
Jan maken gien haos, hie wol eers zien praötjen nog afmaken.
Maor door klonk veur dn tweeden keer de stemme van ziene
vrouw urn dn hook van de del ledeure hen: “Jan, a’j now neet
komt, gaot wi-j beginnen, anders wödt ’t etten kold”. Waor-
op Jan zei: “Now wödt ’t tied, da’k nao de kokken gao, want
a’k ter met ’t eerste baeden neet bi-c hunne, is ’t vleis op”.
2. Van iemand, wiens fijngelovigheid op zondag men niet in over-
eenstemming vond met zijn handelen in de week, werd gezegd:
” ’s Zundags zo fien as poppestront en ’s maondags zo grof
as bonenstro.”
– 33 –

3. Van iemand, die het met goed en kwaad helemaal niet nauw
nam: “Den keal hef ’n geweten, daor kö’j met peerd en kaore
in draejen”.
4. “Den wil met dn groten hond an denzetfden hoop pissen, maov
hee hef ’t been tekort.” (Die man wil meer lijken dan hij is).
5. “I-g mot an de weege können zeen, wanneer ’t kind pissen mot.”
(Je kunt veel onheil en ongemak voorkomen, als je goed oplet
en de voortekens opmerkt).
6. Rijk aan humor, en tevens getuigend van het geloof in Gods
alomtegenwoordigheid en Gods Hand in alle dingen:
“At onzen Leven Heer ow straffen wil, dan dut e ow ’n slecht
wief”. Hoezo? “Now, dan he’3 laevenslangel”
1. Tweespraak tussen moeder en dochter:
“Wat loop i-Q tooh te kötteln?” Ik hebbe zonnen pissensnood.”
Pas dan maor op, da’j ow neet in de bokse miegt.”
8. “Kleine leu-s ossen en grote leu-s dochters bunt vrog groot.”
Een spreekwoord met een hele diepe zin uit de tijd, dat er
onder boeren- en fabrieksarbeiders veel armoede werd geleden.
De ossen van boerenarbeiders moesten te vroeg aan het werk,
voordat ze volwassen waren. Maar ook de kinderen van de arme
lui moesten te vroeg op karig voedsel te zware arbeid ver-
richten op jeugdige leeftijd, waardoor ze veel later “groot”
waren, d.w.z. door ondervoeding kwam bij deze meisjes de
menstruatie veel later op gang dan bij de dochters der rijken,
die beter gevoed werden en gevrijwaard werden tegen het zware
land- en fabriekswerk.
9. “n Mensohe is lang gin sik”, zae de boer, ton hee zich an
taofel leet neervallen veur ’t meddagetten.
“Nae”, zae Jannao, en ze reum in dn moespot, “en ok gin
pinhöltjen, want dan kö’j der wal ne harke en tande van
snieden”.
Vraag: Wie kent dit laatste gezegde en wat betekent het?
Wat is/was een “pinhöltjen”?
10. ’t Was op ’n heten dag midden in Sunt Jaopik. ’t Was Vesper-
tied. Derk had zich op één knee laoten zakken en tewiel e
met de ellebaog op dn andern knee steunn, kon e op zien ge-
mak de komme koffie an zienne mond kriegen. Inens zae-t-e
tussen twee slokken koffie deur: “Ik liede meer an Sunt
Jaopik, as een sik an ’t melk wodden”.
– 34 –

Zo, dat was het dan veur disse eerste keer.
Now hop ik, dat i-jluu, laezers, ok wat wet. ’t Geet dus um ol-
de oetdrukkingen, zegswiezen, zoas ik ze in de veurbeelden
schuun ezet hebbe. Die wille wie geerne vaste leggen.
A’j denkt da’j der wat wet, belt ons dan. Wi-j bunt beni-jd.

Oktober 1986 E.H. Wesselink
05454 – 71866.

Naschrift.
Zoals U gemerkt zult hebben, is er in de bijdrage van de heer
Wesselink sprake van twee soorten dialecten: het eibergs plat
en het plat van de geboortestreek van de auteur. De redactie
heeft gemeend, in overleg met de auteur en het bestuur, de bij-
drage van de heer Wesselink zo over te nemen in “Old Ni-js” zo-
als deze bij de redactie is ingeleverd. Er is bewust afgezien
van een overzetting van het plat van de auteur in het eibergs
dialect. Naar mening van de betrokkenen zou dit afbreuk doen
aan zijn artikel, omdat de heer Wesselink het eibergs plat wel
verstaat, maar niet spreekt. De gezegden zijn uiteraard wel in
het eibergse dialect opgeschreven, want ze kwamen immers uit
de mond van Eibergenaren.
Een en ander heeft geleid tot het opstellen van de volgende re-
gel voor het gebruik van het dialect in “Old Ni-js”: wij hand-
haven in principe de dialect-uitspraak van de auteur, maar bij
de schrijfwijze van het dialect gaan wij te werk volgens de
regels van de WALD-spelling.

Redactie “Old Ni-js”
– 35 –

Vriendenkring van de Mallumse Molen

Tijdens de Eibergse braderie in september j.l. werd door onze
Vriendenkring een ledenwerfaktie gehouden. Wij prijzen ons el^-
mee gelukkig dat we een flink aantal nieuwe leden konden note-
ren. Natuurlijk kunnen wij er nog veel meer gebruiken.
Een tweede mededeling betreft de avond die we elk jaar organi-
seren voor onze leden. Deze wordt gehouden op 5 februari 1987
om 20.00 uur in het Muldershuis van de Mallumse Molen.
Op de bijeenkomst wordt een gevarieerd programma geboden. Er
zal een in de regio bekende harmonicagroep uit Dinxperlo op-
treden. Deze uit ongeveer tien personen bestaande groep speelt
liedjes van vroeger. Vervolgens zullen de heren H.G. Ras en
H.G. Schepers archeologische vondsten tonen, afkomstig uit de
voormalige gracht nabij het gemeentehuis. Ongetwijfeld zullen
zij hierbij tal van wetenswaardigheden vertellen.
Wij hopen op deze avond ook veel leden van de Historische
Kring Eibergen te mogen begroeten.
L.A. van Dijk,
secretaris

Bovp-n: kaphevg gemaakt ti,jdens de braderie 1986 (oolleotie:
G. Hebels).
– 36 –

De Hof Ton Alvinchove

4. Gerrït Scholte Olminkhof: zijn handel met zakenlieden.

Gerrit Scholte Olminkhof was op vele terreinen actief. Over
zijn’handel en wandel’ heeft hij veel genoteerd. Mede daaraan
hebben we nu te danken dat we weten wat er zoal verhandeld
werd en wat de prijzen hiervoor waren. We moeten ons wel rea-
liseren dat het prijzen zijn van 200 jaar geleden. Het leer
schijnt voor die tijd erg duur geweest te zijn: mijn betover-
grootvader verkocht in 1789 “twe Beeite Veile” voor ƒ 21,-
Met de hoge waarde van het geld in die tijd was het een groot
bedrag. Zeker als je bedenkt dat een knecht in die tijd ƒ 25,-
met kost en inwoning per jaar verdiende. We gaan nu lezen wat
wat hij zoal noteerde:

1788 Den 20 October Aan Berent Brueker of Peussen
2 Beeste Veile verkogt ƒ 15-10-0
1789 Den 12 May hier op ontvangen. Een voor 1)
sohadden van het langelo vene met 3 Paard f 1-18-0
Den 26 novemb. an de B. Brueker twe Beeste
Veile verkogt voor ƒ 21- 0-0
1790 Den 24 Apryl met B. Brueker van alles af ge-
rekent dat mij toekomt zegt ƒ 10 Gul.
Een kalf vel ƒ 1 Gul.
8% Mudde Eek 2) het Mudde 48 Stuyv.

Dan iets over de zadelmaker en schoenmaker die bij de klant
aan huis zijn werk kwam doen.

1793 In Febr. heeft Hendrijks Olminkhof ons geholpen
de paarde tomen maken.
Voor Jannes de sohoene gelapt het leer
bijgedaan is f 1- 5-0
Sohoene lappen f 0-10-0
Een slijpsteen f 0- 5-4
Janaas sohoene f 0-18-0
2-18-4
voor Antoon sohoene f 1-16-0
– 37 –

Ook werd er hout verkocht. Deze bomen werden verzaagd tot tim-
merhout. Het moeten grote eiken geweest zijn van een goede
kwaliteit want de prijs was hoog.

1777 an Jan wolbrynk (Wilbrink ?) 4 eijken boomen
verkogt voor 25 Gulden.
1778 den 26 Desember 4 Eijken boomen verkogt voor 19 Gulden.
1781 den 2 Februarij 4 Eijken boomen verkogt voor f 9-10-0
1785 Den 25 December an Roelof Bloo verkogt 14 Eyken
Boomen voor 95 Gulden en Een Pont thee. nog 3 boomen
met olde Soholte en te samen verkogt voor 28 Gulden
en twe pond koffiebonen. Nog het hout gevaart 3) en
daaran verdient 5 Gul. en 5 Stuv. 4)
1781 van Bloo gekregen : 42 Gul.
nog 11 elle pij de elle 29 Stüver
nog 4 elle Sazij de elle 15 Stuv. en 4 duijte .
nog 11 pont assohe- 6 pond zeepe- Ih pont koffiebonen
Den 18 Maart gehaalt 40 Gul. Gebragt voor 50 Gul. hoij.
1783 Den 1 Julij met R. Bloos afgerekent en an hem gedaan
ƒ 80 Gul. en dat wij hem Schuldig blieven ƒ IZ Gul.
van het Haxebergse veene 1 voor torf 5)
met twe paarde is f 1-10-0

Van op het eigen weefgetouw geweven doek werd ook wat verkocht
en ook de meiden en knechten ontvingen hier wat van voor hun
eigen behoefte, wat zij hiervan ontvingen werd ook schrifte-
lijk vastgelegd. Meer hierover kunt u lezen in aflevering 5.

1782 Voor Geertien Dors 28 elle Doek, de el 14 duijten
heeft Spelbroek gemaakt.
1781 Gekregen een pont wolle is 9 Stuv.

Vaak werden er vrachten turf, hout en schadden vertranspor-
teerd voor mensen die geen paard en wagen bezaten.

1784 Den 21 februari met Jan Ruwhof afgerekent dat hem toekomt
ZS Gul. 5 St.
Den 18 September voor hem gehaalt Een voor Schadden van
het langelsohe vene is 1 Gul. en 10 Stuy.
1785 hem an Gelt gedaan 18 Gulden.
1789 Den 13 May met Jan Ruwhof Smit afgerekent dat
hem komt toe ƒ 8- 5-0
dito an hem Een verken verkogt voor f 12- 5-0
Een foto oan omstreeks 1900 oan de boerderij van Olminkhof ook
wel “Jonge Saholte” genoemd, v.l.n.r. G.H. Olminkhof- Bruens,
G.J.M. Olminkhof en de heer Klumper uit Neede.
{Coll. Fam. Olminkhof)

1792 van Haxbergse vene met twe Paarde Een voor torf ƒ 1-10-0
1793 twe voor Spaander 6) uit logemors bos 7) gehaalt ƒ 1-10-0
Den 20 September met 2 paarde Een vragt steene
gehaalt van Mallensohen Tig. 8) ƒ ^~ 0-0
Den Ib Jannawarij 1782 met Jan te Nijenhuis afgerekent dat ons
koomt toe 6 Gul. en 6 Stuver.
Den 10 Novem.b. gehaalt 2 voor holt uit Assink Bos is 2 Gul.
1783 nog een voor sahadden van het langelo vene is 1 Gul.10 St.
Een dag helpen plaggen varen 2 Gul.
Een voor holt ut den Zwilbroeker bos gehalt.
1793 Den 12 August voor Jan te Nijenhuis Een voor
holt van Diepen 9) ƒ 1-10-0
1796 In Augustus voor J. te Nijenhuis Een voor turf
met 3 paard Hoxberg gehalt f 1-15-0
– 39 –

Er werd ook bijgehouden van wat er verkocht werd aan: rogge,
lijnzaad, vee en jenever.

1802 Jan Mulder Hatgerink van Mallen verkogt 50 sohepel
rogge voor ƒ 3 gulden -12-0 de som is f 180 Gul.
1792 heb ik van A. koesier van Deventer Een paard
gekogt voor 10 Gulden
1794 heeft A. koesier van mij een boom gekogt voor 40 Gulden.
1798 hier op ontvan. 16 Gulden.
Dat men heel vaak geen contant geld had blijkt hieruit duide-
lijk, want van een boom verkocht in 1794 was in 1798 het
geld nog niet ontvangen. Men had een groot vertrouwen in elkaar.
1809 in maant desember van J.H. Witten 10) ƒ 7b Gu. voor
2 paarden an hem verkogt.
1810 an Janhendrik te Witte twe paarden verkogt voor 90 gulden
afgetrokken 75 Gulden
Dat mij toekoomt f 15 Guld.
Hierop van hem wer Een beest 26 Gu.
nog gereuilt Een vül W) op toegegeven 22 Gu.
te samen 69
afgetrokken de bovenstaande 15
Hes nog an J.H. Witte ƒ 54
1812 van WesseL Witten gekogt 2 paarden voor ƒ 62 Gulden
En an hem voldaan op vredensohe Clements mark 1812

Nog apart van 1811 de opraads G.Sohillinge van den Hooy verkoop
moet ik ook nog hebben mits Hier gaan de onkosten van publioa-
sien af Nede, Eib., grol, en Rietmolen.

1811 den 22 van sprokkelmaand an G.J. Herbers 12) Een am Gene-
ver kost 29 Gul. op schrieven nog Een tiedlang van te
vooren een Half anker kost 5 Gul.
1810 in slagtmaand an de Bekker te Hoxberge kastelein in den
Zwarten Arend verkogt twee Aam Genever voor 21 Gul. Af te
leveren in het begin 1811.
1810 van de Winde Muller Baas petersen 13) Gekogt 50 Sohepel
rogge kost 29 2nk Stuiv. per sohepel is f 72-15 Stu.
200 pont mout Nog apart en 140 pont moud kost
4 Gu. de 100 17-10
– 40 –

Dan nog wat notities van verkochte jenever:
Sahurink 1 kan 17 Stu. Bikkers 14) Een mengelen 9 Stüv.
Biesbeek 4 kan jenever. Juffou Bekkink 4 kan jenever.
Bloo in Nede 3 kan Een oord. de olde Saholte 6 kan.
Vunderink Jan derk 3 kan.

Om een goed beeld van de situatie in die tijd te krijgen heb
ik veel aantekeningen van Gerrit Scholte Olminkhof in deze af-
levering opgenomen. Het geeft iets van de verhoudingen weer
zoals die 200 jaar geleden lagen. De lonen waren zeker niet
hoog, ondanks de kost en inwoning, als men die vergelijkt met
sommige prijzen. Hierover kunt u meer lezen en mee beleven in
aflevering 5, waar het gaat over ‘meiden en knechten’ op de
Jonge Scholte.

Wehl,
J.J.M. Olminkhof

Noten:
1) Een voor = een voer of een vracht.
2) Eek = schors van eikebomen en werd gebruikt bij het
leer looien.
3) Met gevaart wordt bedoeld, het hout is vertransporteerd
naar de koper.
4) Stuv. = stuiver, men rekende in die tijd met guldens, stui-
vers en penningen. Voorbeeld: ƒ 4,12 werd geschre-
ven 4-2-2. Een stuiver was 12 penningen of 8 duyten.
5) Een voor torf = een vracht turf.
6) Twe voor Spaander = 2 vrachten houtspanen.
7) Logemors bos = Leugemors bos.
8) Mallenschen Tig. = Ma 11umse Ticheloven, voor ticheloven zegt
men nu steenoven.
9) Diepen = Diepenheim.
10) De Witte zijn de voorvaders van de fam. de Witte in Neede.
11) vu I = een veulen.
12) G.J. Herbers = Gerardus Johannes Harbers, kastelein op het
“Harbershuus” in Eibergen, tegenwoordig
Hotel “De Klok”, hij is een betovergrootva-
der van moederszijde.
13) de Winde Muller Baas Petersen = Baas Petersen, molenaar op
de Needse windmolen.
14) Bikkers = de “Bik”.
-41-

Interessen van de leden

Op de volgende drie bladzijden is de ledenlijst afgedrukt. Deze
lijst is bijgewerkt tot en met 30 november 1986.
De cijfers in de laatste kolom geven aan voor welk gebied van
historisch onderzoek onze leden de meeste belangstelling hebben.
De categorieën naar welke deze cijfers verwijzen, vindt U hier-
onder aangegeven.
Niet alle opgegeven interessen zijn in een aparte categorie
ondergebracht, dat zou voor de redactie ondoenlijk zijn geweest.
Daar waar verwantschap verwacht kan worden, zijn bepaalde inte-
ressen ondergebracht in één categorie, b.v. dialect is met fol-
klore en oude gebruiken ondergebracht in één categorie (3). An-
dere categorieën zijn gescheiden, hoewel combinering ervan zo
op het eerste oog voor de hand zou liggen, b.v. boerderij-onder-
zoek, agrarische geschiedenis met veldnamenonderzoek. Deze laat-
ste categorie is echter apart gehouden, omdat in het onderzoek
ervan niet zozeer de nadruk ligt op de agrarische aspecten van
de veldnamen, maar op het taalkundige aspect.
Desondanks blijft de indeling in categorieën toch enigszins wil-
lekeurig, omdat hij gebaseerd is op een inventarisatie van de
opgaven van interessen van de eerste leden. De redactie houdt
zich gaarne aanbevolen voor verdere suggesties hiervoor.
Daar waar geen categorie achter de naam vermeld staat, mag wor-
den aangenomen, dat de interesse ‘algemeen’ is.

CATEGORIEËN:
1. Boerderij-onderzoek, agrarische geschiedenis.
2. Veldnamenonderzoek.
3. Folklore, dialect, oude gebruiken.
4. Archeologie, geologie.
5. Stamboomonderzoek, familiegeschiedenis.
6. Industriële geschiedenis/archeologie, sociale geschiedenis.
7. Institutionele geschiedenis, politieke geschiedenis.
8. Kerkgeschiedenis, w.o. armenzorg, beheer bezittingen.
9. Rechtsgeschiedenis.
10. Cartografie: historische geografische kaarten, historische
geografie.
11. Oude beroepen, oude ambachten.
12. Oude foto’s, ansichten, dia’s, film, geluid.
13. Inventarisatie van bronnen en literatuur.
14. Monumenten: molens, burgerhuizen, gevels en geveltekens.
15. Streekgeschiedenis.
16. Geschiedenis van het onderwijs.
Ledenlijst Historische Kring Eibergen
180 Dhr. B. Rhebergen Vogelenzangstraat 25 7151 VE Eibergen 3-11-12-14-15
181 Dhr. A. van den Bos Klaashofweg 40a 7151 DT Eibergen 10-12-14-15
182 Dhr. H.J. Bruil Needseweg 21 7151 MH Eibergen
183 Mevr. R.Broker- Cornelese Dahliastraat 134 7531 DS Enschede
184 Dhr. B.G. Wansink Kerkstraat 12 7151 BW Eibergen 1-3-5
185 Dhr. E. Kluivers Huenderstraat 7 7151 DA Eibergen
186 Mevr. H.Brendel- ten Bergen Huenderstraat 49 7151 DA Eibergen
187 Stichting Eibergen in de
wereld van het boek p.a. Bronbeekstraat 20 7151 ET Eibergen 13-15
188 Mevr. B.A.Vaags- Vriezen Wilgenstraat 22 7151 DB Eibergen
189 Dhr. J.G. Vos Dennenweg 10 7004 BS Doetichem
190 K.T.V. Grotestraat 130 7151 BG Eibergen
191 Mevr. H.C.Steendam- Ten Pas Noorderbaan 24 4386 CA Vlissingen
192 Mevr. Klein Bruinink (H) Burg. Smitsstraat 35 7151 BP Eibergen
193 Mevr. J.J.Gerritsen-MülIer Alsteedseweg 13 7481 RS Buurse 11-12-15-16
194 Mevr. A.J.Wagenvoort- te Loo (H) Molenkamp 60 7121 WG Aal ten
195 Dhr. W.J.M. Pierik K. Doormanstraat 13 7151 DM Eibergen
196 Dhr. L.W. ter Aardt Leugemorsweg 3 7151 ML Eibergen 1-5-9-15 1
197 Dhr. B. Karnebeek Rekkenseweg 73 7157 AC Rekken 1-2-3-5-15
198 Stichting Oud Beltrum p.a. Dorpsstraat 30 7156 LL -pi
Beltrum
199 Dhr. W.Th.J. te Poele Nieuwstraat 37 7151 CD Eibergen ro
200 Dhr. H.G. Ras Esweg 38 7151 ZL Eibergen 4-14 1
201 Dhr. B. ten Dolle Bronbeekstraat 12 7151 ET Eibergen
202 Dhr. B.A. Banning Ericaplein 10 7151 WC Eibergen 3-4
203 Dhr. A.J. Steinkamp Hofvennestraat 19 7151 TZ Eibergen
204 Dhr. W. Smalen De Kogge 3 7908 EB Hoogeveen
205 Dhr. H. Landewers Waakgaardenstraat 20 7151 TV Eibergen
206 Dhr. A. Meutstege Bovenstraat 12 7226 LN Bronkhorst 1-2-3-10-11-15
207 Mevr. G. Spruijt- Mast Liberiastraat 3 2622 DE Delft 3-5-11-12-15
208 Mevr. G.J. ten Bergen-Gr. Landeweer Hupselseweg 45 7151 NP Eibergen
209 Dhr. J.W. Hilbelink Burg. Wilhelmweg 24 7151 AB Eibergen 4-8-15
210 Mevr. J.G. Prakke- ten Houten Grotestraat 83 7151 BB Eibergen
211 Dhr. A.W.J. ter Weeme Krebberskamp 42 7152 JB Eibergen 4-12-14
212 Dhr. J.M. Halfwerk Zoomkade 13 7417 BP Deventer
213 Mevr. Halfwerk (H) Zoomkade 13 7417 BP Deventer
214 Dhr. J. Slotboom Kon. Julianastraat 28 7151 CJ Eibergen
215 Dhr. B.H. Wissink Dr. W. Slotlaan 1 7157 AG Rekken 11-12-14-15
216 Dhr. G. Hebels Mallumse Molenweg 114 7152 AV Eibergen 14
217 Dhr. Chr. W. van den Heuvel Lariksweg 50 7151 XS Eibergen 1-5-11-12
218 Dhr. J.G.M. Knippers Burg. Wilhelmweg 22 7151 AB Eibergen
219 Dhr. J. Reuvekamp Hieminkbeekstraat 17 7271 ER Borculo
Ledenlijst Historische Kring Eibergen
220 Heimatverein Vreden Bütenwall 4 4426 Vreden (BDR)
221 Dhr. C. te Raa Zuid Rekkenseweg 7 7157 BB Rekken
222 Dhr. G.J. Nieuwenhuis Oude Borculoseweg 5 7151 NH Eibergen
223 Dhr. J.A.M, te Vogt Dorpsstraat 27 7156 LK Beltrum 3-15
224 Dhr. H.G. Blanken Ganzemarkt 3 7141 AV Groenlo
225 Mw. W.C.G. ter Braak- v.d.Lek (H) Haaksbergseweg 17 7151 AR Eibergen
226 Dhr. A. Maarse W. Sluyterstraat 27 7151 VA Eibergen
227 Dhr. E.A. Geessink Rekkense Binnenweg 23 7152 AK Eibergen
228 Mevr. H.A. Geessink (H) Rekkense Binnenweg 23 7152 AK Eibergen
229 Dhr. H. Th. Keuper Eibergseweg 215 7481 HJ Haaksbergen
230 Dhr. A. Heuvelsland Schoolstraat 8 4566 AT Hei kant
231 Mevr. T. Nijenhuis Steenvoordelaan 284 2284 EE Rijswijk 3-5-8-11-14-16
Huenderstraat 40 7151 DD Eibergen 1-3-11-15
232 Dhr. A.J. Oening Rekkenseweg 2
233 Dhr. H. Scholten 7152 AA Eibergen
Den Borgweg 12 7157 AC Rekken 1-2-3-5-11-14-15
234 Dhr. W. Antvelink Rekkenseweg 71
235 Dhr. F.H. Reesink 7157 AB Rekken
Rekkenseweg 46 7157 AE Rekken 3-11
236 Dhr. H. Kerkemeijer Rekkense Binnenweg 41
237 Dhr. J.W. Hietbrink 7157 CD Rekken
Gladiolenstraat 5 7151 WE Eibergen
238 Mevr . F.J. Maas- de Vries Laan van Clingendael 42 -p>
239 Mw. J.B.M, de Haas- Hesselman 2597 CD ’s Gravenhage 3-4-5-6-8-11-12- Zö
Laan van Clingendael 42
240 Dhr. J. de Haas (H) Apedijk 10 2597 CD ’s Gravenhage 14-15
241 Fa. Giesbers Esdoornstraat 31 7157 BA Rekken
242 Mevr. I. te Raa Kon. Wilhelminastraat 37 7151 ZC Eibergen
243 Dhr. G. Odink Heijendaellaan 82 7151 CN Eibergen
244 Dhr. A.H.M. Baak Kruiskamplaan 51 6464 EP Kerkrade 3-5
245 Dhr. J.W. ten Broeke Apedijk 7 7152 GC Eibergen
246 Dhr. W.D. Wolfs Slotmansweg 10 7157 BA Rekken 1-2-3-4-5-11-15
247 Dhr. J.W.F. Kemink Nieuwstraat 59 7152 AC Eibergen
248 Mevr. D. Driever- Tenhagen J.W. Hagemanstraat 34 7151 CD Eibergen 4-5-15
249 Mevr. C. Roes- Ter Weeme Leugemorsweg 5 7151 AG Eibergen
250 Mw. M. de Boer- van Daatselaar Mallumse Molenweg 29 7151 ML Eibergen 1-4-11-14
251 Dhr. E. Bokstein Vogelenzangstraat 18 7152 AT Eibergen
252 Dhr. L te Brake Haaksbergseweg 48 7151 VD Eibergen
253 Mw. G.E. Stomps- Ziemerink H. ten Catestraat 9 7161 BL Neede
254 Dhr. H.H. Leussenkamp Bronbeekstraat 29 7151 ZK Eibergen
255 Dhr. K.J. Laninga Parallelweg 20 7151 EG Eibergen
256 Dhr. H.J. ten Hoepen De Blomsgaarden 26 7151 ZZ Eibergen
257 Mw. J. van Dijk- Sijbrandij (H) H. ten Catestraat 81 7151 AM Eibergen
258 Dhr. A.M. de Ron H. ten Catestraat 81 7151 ZH Eibergen
259 Mw. J.C. de Ron- Konings (H) 7151 ZH Eibergen
Ledenlijst Historische Kring Eibergen
260 Dhr. H.J.A. Bossewinkel Winterswijkseweg 12 7152 BW Eibergen
261 Dhr. P. Garstenveld Heemskerkstraat 12 7141 VT Groenlo
262 Dhr. M.H.J. Danker G.J. Piksenstraat 33 7441 EV Nijverdal
263 Dhr. J. Leppink Violenstraat 14 7151 VS Eibergen
264 Dhr. J.H. Smit Groenloseweg 18 7151 HW Eibergen
265 Dhr. B.J. Peek Slemphutterweg 12 7157 CX Rekken
266 Mw. M. Wiegers Huurninkallee 1 7156 JD Beltrum
267 Dhr. H.van Doorn Panovenweg 7 7157 BX Rekken
268 Dhr. G.H. Womigoor J.W. Hagemanstraat 74 7151 AK Eibergen
269 Dhr. H.P. Vonk Hupselseweg 7 7151 EL Ei bergen
270 Mw. W.J. Droppers Nachtegaalstraat 3 7151 TT Eibergen
271 Dhr. L.T. Kuipers J.W. Hagemanstraat 68 7151 AK Eibergen 5-15-16
272 Dhr. A. Heutinck Fabrieksstraat 12 7151 BM Eibergen
273 Dhr. G.J. Ribbels W. Sluyterstraat 1 7151 DW Eibergen
274 Mw. F.H. te Nijenhuis Kerkstraat 39 7151 BV Ei bergen
275 Dhr. B.G. Maas Meidoornstraat 16 7151 ZT Eibergen
276 Dhr. E. K l u i v e r s Burg. Smitsstraat 11 7151 BP Eibergen
277 Dhr. J . H . A . B . Butz Apedijk 13 7157 BA Rekken
-pi
278 Dhr. H. Tragter De Lindevoort 27 7157 AK Rekken
279 Dhr. H.J.W. Wassink Esdoornstraat 40 7151 ZA Eibergen
280 Mw.R.Kerkemeijer- Nijrolder Apedijk 15 7157 BA Rekken 2-3-5-8-11-12 ‘
281 Mw.B.G.Wolfs- Boevink (H) Apedijk 7 7157 BA Rekken
282 Dhr. G.H. Pieper Borculoseweg 74 7151 MS Eibergen
283 Mw. A.Pieper- Butz (H) Borculoseweg 74 7151 MS Eibergen
284 Dhr. H. Snippe Hoogkamp 52 7152 GK Eibergen
285 Mw. G.H. Roes De Brentjes 69 5984 NW Koningslust 3-5-7-12-16
286 Mw. Hietbrink Borculoseweg 29 7151 MN Eibergen
287 Dhr. A. Bos Reuvekamp 35 7152 GW Eibergen
288 Dhr. H.J. Ezerman Oude Borculoseweg 13 7151 NH Eibergen
289 Dhr. G.J. Jansen Kormelinkweg 4 7151 NM Eibergen
290 Mw. A. Hasselo- Smit Ruurlcseweg 41 7244 PC Barchem
291 P.J. Meertensinstituut Keizersgracht 569-571 1017 DR Amsterdam
292 Mw. J.B. Wabeke- Nijland Burg. van Heeckerenstr. 2 7151 DZ Eibergen
293 Dhr. H. Roerdink Esweg 25 7151 ZN Eibergen
ADRESWIJZIGING
59 Dhr. J.J. Seekles H. van Langenstraat 11 8141 VS Heino
106 Dhr. G. Ordelman Lanneversweg 2 7157 BH Rekken

Gerelateerde Afbeeldingen:

Het delen van dit artikel stellen we zeer op prijs