Onze boerderij is weliswaar verkocht, maar toch spelen dierbare herinneringen en verhalen rond het project van de N18 nog steeds een rol. Dit ondanks het feit dat je blij bent, dat jouw opvolger het echt naar de zin heeft op de nieuwe plek ‘Bosman’ in Haarlo, twee kilometer verderop. Een melkveebedrijf, met een prachtige welzijnsstal voor het vee. De doorsnijding van het erf begon aan de Groeneweg. Daar lag vroeger ‘de Lugte-bree’, een stuk esgrond van 0,8 ha groot. Volgens overlevering zo genoemd, omdat bij onweer de bliksem er vaak insloeg. Dan zag je een verschroeide plek in het graan. Hier nam jachtopziener Henk Penterman in zijn goede jaren, ‘s nachts een stroper met een tiras (net), met daarin zeven patrijzen te pakken.
Dan kom je over de Borculoseweg op een stuk esgrond van 2,2 ha genaamd ‘het Blik’(Baoker-blik), op de hoek waar nu de N18 onder het viaduct doorgaat. Daar moet vroeger een behoorlijk hulzenbosje hebben gestaan waar je zo in kon lopen, zonder gezien te worden. Het was een bekende ontmoetingsplaats voor de jongeren. Nu zou de jeugd zeggen: onze chill-plaats. Vervolgens komen wij in ‘het Kolthôver meuken’, 0,8 ha groot. Dit was wat hogere weidegrond, waar Kolthof in tijd van hoog water zijn vee in redding bracht, vanuit ‘de Kattenwal’. Dit was een zeer lage weide aan de Eibergse kant voor de Stokkersbrug, nu natuurgebied ‘Malmse marke’. Dit was voor Kolthof (nu Ooink) een zeer belangrijk weitje bij overstroming. Overstromingen kwamen regelmatig voor. Dit verschijnsel werd benoemd als de wintervloed.
We passeren de oude rioolsgoot en komen op onze oude ‘Bussen(sink?)kamp’, mooi zwart bouwland, ongeveer 2 ha groot. Als je daar in het voorjaar met de beide ‘Belzen’ het haverland ploegde, dan zag en hoorde je veel in de natuur. Zo hoorde ik op een morgen iedere keer een eend overvliegen, zacht snaterend. Onder het maar steeds doorploegen, lette ik eens beter op. Wat bleek: de woerd vloog kuikens over, in de snavel zag je hem of haar hangen. Hij bracht ze vanuit ‘Het Veld’, twee kilometer verderop, waar ze uitgebroed waren, naar zijn vrouwtje die in de Berkel zwom. Hij bleef maar heen en weer vliegen, wat een talrijk kroost betekende. Zoiets hoor je niet, op een tractor. Wat was dat mooi!!
Nu komen we in onze ‘Markenbrink’, 3 ha groot, waar de N18 dwars doorheen gaat en over de nieuwe brug de Berkel kruist. In 1895 werd de Berkel vanwege de narigheden van de wintervloed verlegd door onze Markenbrink. Zo ontstond het weideperceel het ‘Achterste-Krommeland’, 1,8 ha, aan de andere kant van de Berkel. De melkkoeien zwommen het eerste jaar zo dwars over de Berkel, want het is onze weide dachten ze, denk ik, terecht. Om het overgezwommen vee terug te krijgen, moesten ze ’s avonds eerst een koe in de Berkel drijven, dan volgde de rest vanzelf terug naar huis. De Markenbrink was gekocht van de Marke-Olden-Eibergen.
Over de Berkel in het ‘Achterste-Krommeland’ lag, aan de wegkant, een klein weitje 0,5 ha van ‘Plasjaopik’ ter Braak, uit Neede. Op ‘Venneman’, woonde voor Pleiter ook Ter Braak (verhuisd naar Neede nu ‘Spuite-Geerdink’) Tegen de achterkant van de Bussenkamp en Markenbrink grenst een behoorlijk stuk hoog bouwland de ‘Stokkert’. In zeer oude akten ook wel ‘Reimelinks Stock(w)ort’ genoemd. Van horen zeggen, dat de naam Stokkersbrug vernoemd is naar deze zeer vruchtbare kamp. Dus een verbastering daarvan is geworden. Ik meen dat archivaris B. te Vaarwerk, dit ook zo beschrijft.
De ‘Olden-Eibergse Es’ (Oppenholt), ongeveer 70 ha totaal, is zeer vruchtbare zwarte grond. De zwarte grond is wel tot 1,5 m diep. Ontstaan door de potstalmest, koemest en heideplaggen. Iedere mm is één jaar. Zij was beroemd om de roggeverbouw, toen van levensbelang in de voedselvoorziening van mens en dier. In de akte benoemd als:’Oppen-holt’. Meester Heuvel beschrijft in zijn ‘Oud Achterhoeks Boerenleven’ de Olden-Eibergse Es, Eibergse Es, Geesterense Es, Gelselaarse Es, Malmse Es, als de befaamde graanproducenten van vooral de ‘Petküser’ Rogge. Menigmaal zag ik als kleine jongen bij heel mooi weer de grijze stuifmeelwolken in de bloeitijd over de Es trekken.
21 maart 2018, Jan Baak