Ereleden

Hennie Wesselink

Hennie Wesselink werd in de algemene ledenvergadering van 12 april 2008 op voorstel van het bestuur door de ledenvergadering tot erelid benoemd. Vanaf de oprichting in 1985 trad hij op als voorzitter van de vereniging en als voorzitter van de redactie. Daarnaast schreef hij vele historische publicaties.

Hennie Wesselink, Ridder in de Orde van Oranje – Nassau, overleed op 21 november 2014.

De toespraak die opvolgend voorzitter Bert van der Ziel hield, is in augustus 2008 gepubliceerd in Old Ni-js, nummer 62. De volledige tekst van die toespraak vindt u hieronder.

Die tijd komt nooit meer terug

Afscheid van Hennie Wesselink als voorzitter van de Historische Kring Eibergen. Het is vandaag, 12 april 2008, een heel bijzonder moment in de geschiedenis van de Historische Kring Eibergen. Voor het eerst kan Hennie Wesselink de algemene ledenvergadering niet voorzitten. In verband met ziekte moet hij verstek laten gaan. Bovendien zijn gezondheidsredenen voor hem aanleiding zich niet meer herkiesbaar te stellen. Na bijna 23 jaar komt een einde aan het voorzitterschap van Hennie Wesselink. Voor onze kring is dat een groot verlies. Bij mij komen beroemde woorden van premier Joop den Uyl naar boven: Die tijd komt niet meer terug. Den Uyl sprak die woorden tijdens de olieboycot in 1973. U herinnert zich die tijd nog wel. De oliecrisis noopte de regering tot het nemen van maatregelen: autoloze zondagen om brandstof te besparen en benzine op de bon. De regering vreesde ernstige economische gevolgen. Na decennia met enorme economische groei en bloei zou als gevolg van de crisis de economie wel eens een flinke terugslag kunnen krijgen. Na alle vette jaren zouden magere jaren volgen. Nu wij Hennie Wesselink uitzwaaien, zeggen we opnieuw tegen elkaar: Die tijd komt nooit meer terug. Het wordt nooit meer zoals het was.
Natuurlijk realiseren we ons dat die sombere voorspellingen van destijds niet zijn uitgekomen. Het viel allemaal mee. De oliecrisis was snel voorbij, de economie herstelde zich en tegen alle verwachtingen in groeiden de bomen opnieuw tot in de hemel. Natuurlijk mogen wij er ook nu op vertrouwen dat, met uw hulp, verborgen talenten binnen onze vereniging aangeboord worden. Ook deze crisis zullen we overwinnen en de groei en bloei van onze vereniging zal zich voortzetten. Maar zo ver is het nog niet. Nu overheerst nog het verdriet om het verlies. Met weemoed blikken we terug op die drieëntwintig succesvolle jaren die we hebben gehad. Die tijd komt nooit meer terug. De echo van die woorden blijft klinken. Toch is er heel veel reden tot dankbaarheid. We hebben talrijke zegeningen te tellen. Welke lokale historische vereniging doet het ons na om zoveel interessante en schitterende publicaties en boeken uit te geven? Welke vereniging in onze omgeving presteert het om meer dan duizend leden aan zich te binden? Zonder Hennie Wesselink was ons dat nooit gelukt. Er is alle aanleiding om hem uitbundig lof toe te zwaaien.

Toen Hennie in 1985 met de VUT ging zocht men in Eibergen iemand die de oorlogsgeschiedenis van Eibergen zou kunnen beschrijven. We vierden toen veertig jaar bevrijding en in Eibergen was, in tegenstelling tot andere dorpen, de oorlogsgeschiedenis nog nooit uitgeplozen en opgeschreven. Men klopte bij Hennie aan. Hij is er heel lang druk mee geweest want u weet, Hennie stelt hoge eisen aan de historische betrouwbaarheid, hij houdt niet van half werk, hij heeft honderden mensen geraadpleegd.

Kom vanavond met verhalen, deel1, 2 en 3 is een indrukwekkend standaardwerk geworden. Hoewel deze boeken nog maar een deel bevatten van wat zich destijds allemaal heeft afgespeeld, geven ze ontzaglijk veel interessante en bovendien leerzame informatie. Wat de geschiedschrijving van Wesselink bijzonder aansprekend maakt is dat bij alle informatie over de oorlogsgeschiedenis in brede zin, talrijke gewone Eibergse mensen in de verhalen figureren. Dat maakt dat de geschiedenis dichtbij komt. Je kent de mensen, de families, of hun namen, of je herkent straathoeken of andere plaatsaanduidingen en je realiseert je dan des te meer dat wat toen hier in Eibergen gebeurde, op vele plaatsen elders in de wereld nog steeds gebeurt. Geheel in de geest van Hennie heb ik al eens eerder betoogd dat het verleden niet voorbij is. Wanneer we er geen lering uit trekken en onze ogen sluiten voor wat eerder gaande was, dan zullen we onaangenaam verrast worden door herhalingen die plaatsvinden. Kennis van het verleden geeft ons een kompas voor de toekomst.
In diezelfde tijd, toen Hennie Wesselink nog maar net met de VUT was en startte met de oorlogsboeken, werd in Eibergen de Historische Kring opgericht. Het was 27 november 1985. Hennie werd gevraagd voorzitter te worden.

Na één jaar telde de HKE driehonderd leden. Een grote krentenwegge markeerde deze mijlpaal.

 

V .l.n.r.: Gerard te Nijenhuis, Herman Schepers, Bennie te Vaarwerk, Marian Klein Gebbinck, ?, Hennie Wesselink, Teun Maarse, Hennie Garstenveld, Johan Baake. (collectie: J. Baake)

Hij werd niet alleen voorzitter, hij was historicus, schrijver en hoofdredacteur van Old Ni-js en bovendien de stuwende kracht achter de vele andere activiteiten van onze vereniging. Drieëntwintig jaar lang heeft hij ziel en zaligheid gegeven aan de Historische Kring Eibergen. Voor een belangrijk deel dankzij hem hebben we in al die jaren zo enorm veel succes gehad. Natuurlijk zal hij zelf benadrukken dat hij het niet alleen gedaan heeft. Dat is waar, de inbreng van vele leden en de inzet van voormalige en huidige bestuursleden en redactieleden, was en is geweldig. Maar u zult het met mij eens zijn, de Historische Kring Eibergen is Hennie Wesselink en andersom, Wesselink is de Historische Kring. Hij is en blijft het hart van de vereniging.

Die passie van Hennie voor historie heeft volgens mij iets te maken met zijn verwondering over en eerbied voor het leven. Ik herinner mij een scheikundeles van ‘meester Wesselink’ op de ULO hier in Eibergen. Dat moet ergens tussen 1959 en 1963 zijn geweest. Hij had zijn leerlingen onderricht gegeven over bijzondere wetenschappelijke ontwikkelingen waardoor in deze moderne tijd dingen mogelijk zijn die vroeger volstrekt onmogelijk werden gehouden. Ongelofelijk hoe knap de mensheid wel niet is. “Maar”, zo voegde hij er aan toe – er vloog op dat moment een eenvoudig musje voorbij het raam – “kijk eens naar dat musje, het vliegt, het tjilpt, het weet een nest te bouwen en jongen groot te brengen. De mens slaagt er nimmer in om zoiets eenvoudigs als een mus na te bouwen. Kapot maken lukt wel, maar dit kleine wonder der natuur kan de mens niet scheppen”. Eerbied voor het leven en verwondering over de mens. Historisch werk is een manier om je in het leven te verdiepen en de mensheid beter te begrijpen. Dat zal zo ongeveer zijn drijfveer zijn geweest bij al het werk voor de kring.
Natuurlijk was en bleef hij voor ons ook de hoofdonderwijzer. Een paar jaar geleden, bij de voorbereiding van Old Ni-js no. 50 kreeg ik de taak om een jubileumartikel te schrijven waarin ik alles wat tot dan toe gepubliceerd was, in het kort behandelde. Voor mij, toen nog een betrekkelijke nieuweling in de vereniging en in de redactie, was het ook zoiets als een bijspijkercursus, een manier om kennisachterstand in te halen. De onderwijzer Hennie had me met succes aangezet tot zelfstudie. Ik ben geneigd om veel van wat ik toen, onder de titel ‘Wi’j meugt neet klagen’, opschreef, hier te herhalen. Want het geeft een beeld van de omvang en de inhoud van het werk van Hennie Wesselink. Ik zou u willen vertellen over zijn bijdragen aan ‘Acht eeuwen heerlijk Eibergen’ en aan ‘Folklore en Vroomheid in Berkelland’, het prachtige boek over de oude Mattheus, zijn artikelen over Brieven van Landverhuizers, over Pastorieën, Herders en Heren, over de familie Smits, over de vroegere fine fleur van het dorp en over Eibergen in de tijd van de 80-jarige oorlog. In dat laatste verhaal krijgt u nog een keer uitgelegd dat oorlogen nooit iets oplossen. Om wille van de tijd moet ik me beperken, doe ik dat niet dan bent u voor ’t donker niet thuis. We hebben als bestuur een ander plan bedacht om het u wel allemaal onder de aandacht te brengen. Daar kom ik zo op terug. Ik ben Scheppels Mankzaod nog vergeten. Eén klein stukje daaruit om te illustreren hoeveel u en ik daarvan genoten hebben: “Wet iej wat zunde is?”, vroog miej laatst ene. “At ow de koo in ’t water drit. Dan bu’j de mest kwiet en ’t water kö’j neet meer drinken”. Dominee Van Minnen op de griffemeerde katechesaotie hef mie dat nooit eleerd.

Het plan van het bestuur waar ik zo net over sprak, is om volgend jaar een speciaal themanummer uit te geven met een verzameling van de mooiste artikelen van Hennie. Dat wordt een prachtig boekwerkje waarmee we onze grote roerganger willen eren. We zijn er van overtuigd dat we ook u daarmee een dienst bewijzen.
Straks zei ik dat Hennie het hart van onze vereniging is en blijft. Ik zei met opzet ‘is en blijft’. We hopen namelijk dat Hennie weer opknapt en een bijdrage blijft leveren aan het werk van de vereniging. Wij willen graag blijven profiteren van zijn kennis en ervaring. Ook u zult graag nog een aantal jaren willen blijven genieten van zijn pennenvruchten. Om te benadrukken dat hij het hart van onze vereniging is èn blijft stelt het bestuur voor om Hennie Wesselink vanwege zijn uitzonderlijke verdiensten, te benoemen tot erelid. We zijn er van overtuigd dat u daar van harte mee instemt.
En tenslotte:Van alle mooie weurde kö’j neet etten. Daarom namens u allen voor Hennie en Hermien een enveloppe met inhoud met het idee dat zij, zo gauw de conditie dat weer toelaat, samen gezellig gaan dineren.

Uitgesproken in de algemene ledenvergadering op zaterdag 12 april 2008. Bert van der Ziel

Gerelateerde Afbeeldingen:

Het delen van dit artikel stellen we zeer op prijs